De impact van rechtszaken op de Spaanse politiek
In Madrid heerst het gevoel dat corruptie-onderzoeken nog nooit zo dicht bij een zittende premier en zijn binnenste cirkel zijn gekomen. Terwijl de politieke agenda door rechtzaken volledig wordt overschaduwd, domineren recente rechtszaken de openbare aandacht. Verschillende processtukken en rechtszaken houden de politieke arena in de greep, terwijl politici proberen de talloze uitstaande uitspraken te verwerken die mogelijk de koers van het land veranderen.
Vooruitblik op belangrijke rechtzaken en juridische ontwikkelingen
Vorige week begon met de procesgang tegen Jordi Pujol, de voormalige president van Catalonië, die tussen 1980 en 2003 aan het roer stond. Na een onderzoek van tien jaar wordt Pujol beschuldigd van het opzetten van een criminele organisatie, samen met zijn zeven kinderen, met als doel het witwassen van miljoenen euro’s aan steekpenningen die over meerdere decennia zijn verzameld. Het proces komt kort nadat het Hof van Justitie Álvaro García Ortiz, de procureur-generaal die door premier Pedro Sánchez in 2022 is benoemd, veroordeelde voor het lekken van vertrouwelijke informatie over een zaak die verband hield met een politieke tegenstander van de premier. Deze rechtszaak trok veel media-aandacht doordat Sánchez en zijn ministers de onschuld van García Ortiz betoogden, wat door aanklagers werd geïnterpreteerd als een poging tot het onder druk zetten van het justitiële systeem.
Corruptieonderzoeken binnen de Spaanse politiek
Corruptie is geen nieuw fenomeen in Spanje, maar de mate waarin momenteel zittende leiders en hun naasten betrokken raken, is ongekend. Sinds de tijd van de eerste democratische regeringen onder Felipe González en de regering onder de conservatieven zoals José María Aznar en Mariano Rajoy, zijn beschuldigingen van onregelmatige financiering, omkoping en vriendendiensten vaak aan de orde gekomen. Zeven jaar geleden bracht Sánchez een motie van wantrouwen uit tegen Rajoy, die geplaagd werd door corruptieschandalen, met de belofte om het systeem te zuiveren en corruptie te bestrijden.
Toch heerst er in Madrid een breder gevoel dat de onderzoeken momenteel dichter bij de top van de macht komen dan ooit tevoren. Zowel Sánchez’s vrouw als zijn broer wachten in 2026 op proces, wegens vermeende corruptiezaken. Daarnaast komt het ‘Koldo-zaak’-schandaal, dat draait om omstreden contracten en smeergeld tijdens de pandemie, de partij van Sánchez, het PSOE, flink onder druk te staan. Voormalige bondgenoten en partijorganisatieleden zoals Santos Cerdán en José Luis Ábalos worden onderzocht vanwege het vermeende opzetten van een criminele netwerken die miljoenen euro’s moesten opleveren via maskerm.Defensieve contracten. Onderzoek van de rechter in september richtte zich ook op verdachte kandidaturen voor overheidsopdrachten in de infrastructurele sector, waarbij bewijzen uit de Civiele Bescherming wijzen op operaties in Marokko en Gabon.
Onderdrukking en intimidatie van juridische autoriteiten
De Spaanse magistraten waarschuwen dat de echte zorg ligt bij de toenemende publieke aanvallen op rechters die zich bezighouden met omvangrijke corruptieonderzoeken. Volgens magistrate Alejandro González is dit een systeem dat buitengewoon gevaarlijk is, vooral omdat de regering Sánchez de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht in twijfel trekt en aanvallen op rechters en aanklagers legitimeert. Zijn collega Fernando Portillo voegde daaraan toe dat de overheid de scheidslijn tussen politiek en justitie steeds meer vervaagt, wat een gevaarlijke precedent schept.
Andere onderzoekszaken en politieke onrust
Buiten de grote mediastormen spelen ook minder bekende zaken, zoals het ‘Leire Díez-zaak’. Vorige week startte een rechtbank in Madrid een proces tegen Díez, een voormalig socialist die wordt verdacht van het organiseren van een lastercampagne tegen agenten van de Civil Guard en procureurs die de premier’s binnenste cirkel onderzochten. In haar verklaringen beweerde Díez dat de premier opdracht had gegeven om ‘op te ruimen’ nadat er onderzoeken waren gestart naar zijn vrouw in 2024. Tegelijkertijd worden politici van de sociaal-democratische partij betrokken bij de ‘Mediador-zaak’, die betrekking heeft op vermeende manipulatie van openbare werken en het gebruik van EU-fondsen in de Canarische Eilanden.
Hierbij blijft de kern dat de Spaanse regering niet in staat is om nieuwe wetgeving of brede hervormingen door te voeren, vooral nadat de alliantie met Junts in Catalonië zich recent heeft verbroken. Voor het derde jaar op rij zal de regering de begroting voor 2024 niet aanpassen, maar zich beperken tot het verlengen van het bestaande budget uit 2023. De aanpak van juridische en fiscale hervormingen blijft eveneens stilgelegd, wat de vraag oproept hoe lang Sánchez nog aan de macht kan blijven totdat de volgende verkiezingen in 2027 plaatshebben.









