Serbië’s enige olieraffinaderij dreigt sluiting door Amerikaanse sancties

De situatie rond de olieraanvoer en sancties

Serbië, dat sterk afhankelijk is van goedkoop Russisch gas, behoort nog altijd tot de weinige Europese landen die geen sancties tegen Moskou hebben opgelegd vanwege de oorlog in Oekraïne. De enige olierrefinery van het land, die het merendeel van de brandstofvoorziening verzorgt, staat mogelijk al vanaf dinsdag stil. Dit wordt veroorzaakt door Amerikaanse sancties die recentelijk tegen de raffinaderij zijn ingesteld, vanwege het feit dat de meerderheid van de eigendom Russisch is.

Begindijd en achtergrond van de sancties

De sancties, die sinds vorige maand van kracht zijn, maken deel uit van de Amerikaanse regering’s aanpak van Rusland’s energiesector, na de invasie in Oekraïne in 2022. Deze maatregelen waren al in januari aangekondigd onder voormalig president Joe Biden, maar werden pas op 9 oktober officieel gehandhaafd. Nu staat Belgrado onder druk om snel een oplossing te vinden voor de dreigende energieschaarste.

De reactie van de Servische overheid

De minister van Energie, Dubravka Djedovic Handanovic, meldde eind vorige maand dat de raffinaderij in Pančevo onbelemmerd zou blijven opereren tot 25 november. Sindsdien heeft de Servische regering haar brandstofreserves op peil gehouden en nieuwe invoervolumes voor december geregistreerd, om te voorkomen dat de sluiting meteen tot een energietekort leidt.

Desalniettemin waarschuwen deskundigen dat de import van brandstof alleen niet voldoende zal zijn om NIS te redden. Goran Radosavljević, een econoom uit Belgrado, stelde dat ongeveer 80 procent van de productie binnen de raffinaderij plaatsvindt, terwijl import slechts zo’n 20 procent vertegenwoordigt. Het vervangen van zo’n groot deel van de markt door geïmporteerde brandstof zou moeilijk zijn.

Hij voegde toe dat hoewel extra importen de pijn enkele maanden kunnen verzachten, de raffinaderij uiteindelijk failliet zal gaan als deze niet meer kan opereren.

De onderhandelingen en de rol van buitenlandse aandeelhouders

Omdat Russische aandeelhouders de controle over de raffinaderij behouden, hopen Servische functionarissen dat hun contactpersonen in Moskou bereid zullen zijn te verkopen. Er wordt nog altijd over onderhandeld; president Aleksandar Vučić bevestigde dat er drie potentiële kopers zijn, zonder verdere details te verstrekken.

Vorige week diende NIS bij de Amerikaanse autoriteiten een verzoek in voor een tijdelijke vrijstelling van de sancties, terwijl de gesprekken gaande waren. Tot nu toe is er nog geen reactie van Washington ontvangen.

In 2008 werd 51 procent van NIS verkocht aan Gazprom en Gazprom Neft voor 400 miljoen euro (ongeveer 462 miljoen dollar), onderdeel van een bredere overeenkomst die ook de aanleg van energie-infrastructuur omvatte. De Servische staat bezit bijna 30 procent van de aandelen, terwijl de overige eigendom bij minderheidsaandeelhouders ligt.

De Russen hebben bijna 45 procent van NIS in handen via Gazprom Neft, inclusief een 11,3 procent belang via haar zusterbedrijf in Sint-Petersburg, Intelligence.

De opties en de positie van de overheid

Servische officials benadrukken herhaaldelijk dat een oplossing voor NIS dringend moet worden gevonden. Ze bespreken ook de mogelijkheid van een staatsovername als geen andere optie beschikbaar blijkt. Voor president Vučić, die nauwe banden heeft met Moskou, is het overnemen van een Russisch bezit echter bijzonder onaantrekkelijk; hij heeft tot nu toe geweigerd om dit te doen en biedt in plaats daarvan aan de aandelen boven de marktwaarde te kopen, mocht de onderhandeling stranden.

Daarnaast blijft Servië sterk afhankelijk van Russisch gas. Hoewel er gesprekken lopen over gasleveringen, heeft Rusland de afgelopen maanden vooral korte termijncontracten aangeboden. Vučić heeft aangegeven dat dit een strategie is om Servië ontmoedigen om haar belang in NIS over te nemen.