Rebellie binnen de EU: Frankrijk, Italië en Polen verzetten zich tegen Denemarken’s begrotingskortingen

De controverse over de terugbetalingen en de geografische verdeling

Verschillende Europese landen, waaronder Frankrijk, Italië, Polen en negen andere staten, hebben zich verzet tegen een vroegtijdige beslissing van Denemarken om jaarlijks miljarden euro’s aan “kortingen” te bieden aan welvarende lidstaten van de Europese Unie, voorafgaand aan de eerste discussies van EU-leiders over de nieuwe zevenjarige begroting.

Momenteel ontvangen Denemarken, Duitsland, Nederland, Zweden en Oostenrijk elk jaar meer dan 9 miljard euro (equivalent aan 7,6 miljard euro in 2020) aan reducties op hun bijdrage aan de EU-begroting op basis van het welvaartsniveau. Denemarken, dat momenteel het EU-voorzitterschap leidt, zal deze rol op 31 december beëindigen.

Deze kortingen, die al lange tijd bekritiseerd worden als willekeurige doorstroom van geld van armere naar rijkere lidstaten, worden doorgaans pas na uitgebreide onderhandelingen geïntroduceerd als uiterste politieke compromis. Echter, dit keer hebben de Denen ze al opgenomen in het budgetonderhandelingsdocument dat vorige week werd verspreid, een heel jaar voordat de onderhandelingen officieel afgerond moeten worden.

Koerswijziging in de aanpak van de begrotingsonderhandelingen

Volgens Ignacy Niemczycki, de staatssecretaris voor EU-aangelegenheden van Polen, is het te vroeg om nu al beslissingen over kortingen te nemen: “Het nemen van besluiten over kortingen in dit stadium is premature en niet noodzakelijk.” Tijdens een ministeriële discussie over de EU-begroting voor 2028-2034 op dinsdag, werd hij hierover geciteerd.

De landen Frankrijk, Italië, Spanje, Portugal, Ierland, Griekenland, Bulgarije, Roemenië, Slowenië, Luxemburg en Tsjechië veroordeelden het voorstel van Denemarken om de kortingen op te nemen in de onderhandelingsbox. Benjamin Haddad, de Franse minister voor Europese zaken, verklaarde dat Frankrijk zich nu niet meer kan vinden in een basis voor verdere onderhandelingen die uitgaat van deze voorstel.

De positie van de rijkere lidstaten en de discussie over eerlijkheid

Westerse EU-landen blijven de zogenaamde ‘onrechtvaardige’ terugbetalingen op de tafel houden voor de aankomende begroting. Elk jaar ontvangen landen als Duitsland, Denemarken, Nederland, Zweden en Oostenrijk miljarden euro’s aan kortingen, volgens het bestaande systeem.

Sinds juli speelt Denemarken, dat momenteel het EU-voorzitterschap waarneemt, een verbale rol van bemiddelaar en heeft het alleen aan het einde van zijn termijn dit onderwerp in de onderhandelingstoolbox opgenomen.

Fernando Sampedro Marcos, de staatssecretaris voor Europese zaken in Spanje, benadrukte dat het inclusion van de kortingen te vroeg is, terwijl Nicolas Mackel, de ambassadeur van Luxemburg bij de EU, de beslissing van het voorzitterschap vergelijkt met het openen van een blik met wormen.

Marie Bjerre, de Deense minister voor Europese zaken, verklaarde dat het document niet bedoeld was om rijkere landen zoals Denemarken te bevoordelen: “Ons beleid was om een optie pas te introduceren wanneer het strikt noodzakelijk is.”

Daarnaast prezen landen als Duitsland, Nederland, Zweden en Oostenrijk, die ook de kortingen ontvangen, het voorstel en ontkenden ze dat er sprake is van vooringenomenheid. Gunther Krichbaum, de Duitse minister voor Europese zaken, noemde het een ‘middenweg’ die iedereen ‘gelijkelijk ongelukkig’ maakt.

De Europese Raad en de naderende crisis

De controverse wordt nu uitgebreid naar de komende Europese Raad (EUCO), waar leiders voor het eerst over de lange termijnbegroting zullen discussiëren. De verwachtingen voor deze bijeenkomst waren bescheiden, vooral na het uitlekken van concepten die slechts een ‘welkom’ wilden zeggen voor het werk tot nu toe en leiders wilden verzoeken een akkoord voor eind 2026 te bereiken.

De timing van deze onderhandelingen is bijzonder delicaat; diplomaten waarschuwen dat een rechtsradicale overwinning in Frankrijk bij de verkiezingen in april 2027 de onderhandelingen ernstig kan compliceren of vertragen als de begroting niet vóór die tijd wordt vastgelegd.

Op dinsdagochtend stelde Italië dat er geen ‘geldige reden’ was om vast te houden aan een ambitieus schema, nadat de kortingen werden geïntroduceerd. Deze positie werd later ook ondersteund door Frankrijk en Polen.

Volgens Niemczycki wordt gestreefd naar een goede begroting vóór dat er over de timing wordt beslist: “We willen een solide budget, daar maken we ons momenteel het meest zorgen over, en timingen moeten niet de prioriteit zijn,” aldus Haddad.

De mogelijke blokkade van de begrotingsprocedure door Italië

In een bijgewerkte versie van het conceptverslag van de Europese Raad, dat woensdag werd gedeeld, noteerden leiders enkel de vorderingen tot nu toe en spraken ze zich uit voor een ‘tijdige overeenkomst’, waarbij ze de eerdere inhoudelijk beperkte formuleringen over de begroting schrappen.

Piotr Serafin, de EU-commissaris voor de begroting, benadrukte dat de oplossing niet ligt in het in twijfel trekken van de onderhandelingen over de timing, ondanks de onvrede over de discussie over kortingen.