Ken je dat gevoel dat je constant aan het opruimen bent, maar het huis toch altijd een beetje rommelig oogt? Mijn moeder zei vroeger al: ‘Ruimen is leuk, maar je moet het slim doen.’ en ze had eigenlijk gelijk. Het gaat er niet om dat je uren poetst, maar hóe je het aanpakt. Misschien werkt mijn methode niet voor iedereen, maar bij mij scheelt het echt stress — en tijd.
1. Doe kleine klusjes tussendoor
In plaats van één keer per week drie uur door het huis te rennen met een dweil, probeer ik dagelijks 5 à 10 minuten iets kleins te doen. Bijvoorbeeld je vuile vaat meteen in de vaatwasser stoppen, of even snel de was wegleggen. Ja, klinkt simpel, maar het scheelt dat je niet opeens met een berg rommel zit. Misschien was het gewoon geluk, maar die kleine dutjes helpen me echt.
2. Gebruik een “minuut-regel”
Deze hoorde ik op een podcast tijden terug: als iets minder dan een minuut duurt, doe het dan gelijk. Even stofzuigen in de keuken? Niet uitstellen, maar direct doen. Toen ik dat probeerde, voelde het alsof ik minder achterstand had — al blijft het soms lastig om het consequent vol te houden.
3. Ruim elke dag één vaste plek op
Ik ben begonnen met een kleine hoek in mijn woonkamer, gewoon die plek waar vaak spullen blijven liggen. 5 minuten per dag ervoor, en die ruimte is nu bijna altijd opgeruimd. Soms oversla ik het — vooral als ik moe ben — maar over ‘t algemeen maakt het huis er meteen netter uit.
4. Werk met manden en bakjes
In de Nederlandse winkels, zoals IKEA of Blokker, kun je handige manden kopen om spullen te organiseren. Die leg ik bijvoorbeeld in de hal voor sleutels, post en zonnebrillen. Als je dan even snel opruimt, is het niet meteen een puzzel waar alles hoort. Mijn buurvrouw zweert hier ook bij — dat zegt genoeg denk ik.
5. Laat rommel niet opstapelen
Een klassieker — maar je gelooft niet hoeveel tijd dit scheelt. Pak de post meteen door, gooi flyers weg, en leg je jas op de kapstok in plaats van op de stoel. Als je dat een dag niet doet, lijkt het ineens veel meer werk. Soms vergeet ik het ook, maar sinds ik erop let is de chaos veel minder.
Bonus: maak er een routine van die bij je past
Ik hou niet van strenge schoonmaakschema’s (mijn vriendin trouwens ook niet). Dus ik wissel af — de ene dag even de planten water geven, de andere dag stof afnemen. Je hoeft niet elke dag hetzelfde — belangrijk is dat het voelt als iets wat je gewoon doet, niet als een straf. Als je het leuk probeert te maken — bijvoorbeeld met lekkere muziek — dan gaat het bijna vanzelf.
Nou, in elk geval is dit hoe ik het doe — gewoon stap voor stap, en zonder gekke poespas. Misschien werkt het bij jou ook, of heb je zelf een trucje. Laat het hieronder weten, ik ben benieuwd hoe anderen het aanpakken in hun Nederlandse huizen (of ergens anders, dat kan natuurlijk ook).