Politieke steun blijft onzeker te midden van zorgen over begrotingsdeficit en inflatie
Het Bulgaarse parlement toont voorzichtige steun voor het voorstel van de Europese Commissie om een belasting op sterk bewerkte voedingsmiddelen in te voeren. Dit gebeurt op een moment dat de publieke discussie vooral draait om de dreiging van een te groot begrotingstekort en de voortdurende inflatie in het land. Bulgarije bereidt zich ook voor op de toetreding tot de eurozone in januari 2026, wat de economische context verder complex maakt.
Het voorstel van de Europese Commissie en de volksgezondheid
De Europese Commissie stelt voor om een belasting te heffen op ultra-processed foods, mede als onderdeel van een plan voor cardiovasculaire gezondheid. Volgens Dr. Aleksandar Simidchiev, plaatsvervangend voorzitter van de parlementaire gezondheidscommissie, is dit een belangrijke en ambitieuze stap om de toenemende belasting van niet-infectieuze ziekten te bestrijden. Cardiovasculaire aandoeningen vormen immers de belangrijkste doodsoorzaak in Europa.
Hij voegt toe dat er twijfel bestaat of in de Bulgaarse volksvertegenwoordiging een meerderheid te vinden is voor het invoeren van zo’n belasting voordat de Europese wetgeving wordt aangenomen. Desalniettemin benadrukt hij dat een dergelijke belasting, als deze eerlijk wordt toegepast en gericht is op concrete gezondheidsdoelen, positieve effecten kan hebben.
De rol van belastingvoordelen voor de gezondheidszorg
Simidchiev, een specialist in pulmonale ziekten en universitair docent, betoogt dat het invoeren van een specifieke belasting op sterk bewerkte voedingsmiddelen en suikerrijke dranken kan bijdragen aan het veranderen van consumptiepatronen in Bulgarije. Volgens hem zou de extra inkomsten ook ten goede komen aan het gezondheidszorgsysteem.
Hij hekelt echter dat Bulgarije een slechte geschiedenis heeft in het gebruik van dergelijke belastingen. Belastingopbrengsten uit tabak en alcohol – die in de staatskas vloeien – worden niet altijd aangewend voor gezondheidsinitiatieven. Volgens hem is het van belang dat belastingen direct worden geïnvesteerd in preventieve programma’s, in plaats van dat de opbrengsten van accijnzen op tabak en gokken niet op de juiste wijze worden aangewend.
Inflatielasten en het politieke landschap
Nu Bulgarije zich voorbereidt op toetreding tot de eurozone, zijn de zorgen over inflatie bijzonder acuut. Na drie jaar van voortdurende prijsstijgingen is de overheid vastbesloten om de premiebijdragen voor pensioenen te verhogen. De invoering van nieuwe belastingen voor consumenten wordt door de politieke leiding niet als wenselijk beschouwd, omdat die de economische stabiliteit zou kunnen ondermijnen.
Simidchiev wijst erop dat een belasting eerlijk wordt ingevoerd, met duidelijke doelen en transparantie over de besteding ervan, het een krachtig instrument zou kunnen zijn voor het verbeteren van de volksgezondheid en het verkleinen van gezondheidsverschillen.
Vergelijking met andere EU-landen en het Bulgaarse beleid
Meerdere EU-landen gebruiken belastingen om obesitas bij kinderen en volwassenen te bestrijden. Frankrijk voert sinds 2012 een soort ‘soda-belasting’ door, aangepast in latere jaren, om de prijs van suikerhoudende frisdranken op te drijven. Spanje en Tsjechië passen aanzienlijk hogere btw-tarieven toe op suikerhoudende dranken, en Polen heeft een soortgelijke ‘suikertax’ ingevoerd.
In Bulgarije blijven de negatieve effecten van ultra-processed foods onderbelicht in het parlement, ondanks onderzoeken die aantonen dat ongeveer een derde van de kinderen onder de 12 jaar overgewicht heeft.
In 2024 bracht Dr. Nikolay Sharkov, voorzitter van de Bulgaarse Tandheelkundige Vereniging, de kwestie naar voren en riep op tot de overweging van een suikertax. De Wereldgezondheidsorganisatie adviseerde destijds dat Bulgarije alles zou moeten doen om de dagelijkse suikerinname met 10% te verminderen.
Rond die periode stelde het grootste vakbondsverbond van Bulgarije, CITUB, voor om verschillende alternatieve belastingen te introduceren, waaronder een belasting op zogenaamd schadelijke voedingsmiddelen. Eén jaar later bleek dat de vakbonden deze plannen niet meer actief steunden, onder meer door onvrede onder hun leden.
De grootste kans op invoering van een ‘belasting op schadelijke voedingsmiddelen’ deed zich voor in 2015, toen het ministerie van Volksgezondheid een voorstel voor een heffing tot 78 procent op diverse producten indiende. Deze ‘Gezondheidsbelasting’ had als doel om jaarlijks ongeveer 100 miljoen euro te genereren voor preventieprogramma’s, maar verdween uiteindelijk vanwege gebrek aan steun in het parlement.








