Vallen deze klassieke werk- en studiegewoontes jouw succes in de weg?

Ontdek waarom traditionele werk- en studiegewoontes niet voor iedereen werken en hoe je jouw eigen ritme kunt vinden voor betere resultaten.

We kennen ze allemaal wel — die tips over hoe je ‘efficiënt’ moet studeren of werken. Focusblokken, to-do lijstjes, vroege ochtenden… Maar help die klassieke methodes ons écht vooruit? Of houden ze ons juist tegen zonder dat we het doorhebben? M’n collega’s en ik hebben er de laatste tijd vaak over gepraat, en eerlijk? Het zit veel complexer dan we dachten.

Waarom ‘oude’ gewoontes niet altijd werken

Neem dat bekende advies: “Sta elke dag om 6 uur op en begin direct met werken.” In theorie klinkt het logisch — minder afleiding en verse energie. Maar de praktijk is anders. Bijvoorbeeld, mijn buurman werkt vaak ‘s nachts goed, terwijl zijn ochtendshifts verschrikkelijk zijn. Misschien ben jij ook zo iemand die juist later op dag piekt?

Dus waarom blijft dit advies zo hardnekkig bestaan? Het komt omdat we graag houvast willen aan routines die universeel lijken. Terwijl onze persoonlijke omstandigheden, lichaam en brein verschillen. Bovendien focussen veel gewoontes vooral op *hoe* je moet werken, en niet op *wanneer* of *waarom*.

Populaire valkuilen in werk- en studiegewoontes

  • Multitasken: Hoewel het soms aanvoelt alsof je twee dingen tegelijk doet, snijdt het vaak geen hout. Je wordt minder efficiënt en vermoeider.
  • Eindeloze to-do lijstjes: Op papier ziet het er geweldig uit, maar zo’n lijst schrikt vaak af. Gevolg: uitstelgedrag.
  • Studeren zonder pauzes: Ik weet dat velen zweren bij urenlang blokken, maar een lege kop helpt niets.
  • Perfectie nastreven: Wachten tot alles ‘klaar’ is, kan je lam leggen. Soms moet je gewoon beginnen, ook al is het resultaat niet meteen perfect.

Wat werkt dan wél (voor mij en anderen)?

Op mijn werk heb ik gemerkt dat kortere, flexibele blokken beter werken. Een soort mini-sprints van 25 tot 40 minuten, gevolgd door echt even iets anders doen — frisse lucht, koffie halen, krant lezen. En niks is zo fijn als een ‘afleidingsvrije zone’, ook al bestaat die maar 70% van de tijd.

Verder probeer ik m’n taken op te delen in kleine stukjes. Niet ‘hele scriptie schrijven’, maar ‘inleiding schrijven’ — en daarvan weer ‘eerste alinea’. Dan voelt het minder zwaar en begin je sneller. En ja, soms vergeet ik die pauzes of word ik weer afgeleid door m’n telefoon, maar hey, perfectie bestaat niet.

Hoe herken je of jouw gewoontes je juist tegenhouden?

Let eens op hoe jij reageert in je dag. Word je juist productiever door een vroege start? Of voel je je gefrustreerd en moe? Heb je altijd dat lijstje bij de hand, maar voel je je erdoor overweldigd? Probeer ze ‘uit te dagen’ en experimenteer met kleine aanpassingen.

Misschien ontdek je wel dat het juist jouw rustmomenten of spontane pauzes zijn die je vooruit helpen. En andersom — constante schermtijd na een uur studeren helpt waarschijnlijk niemand.

In ons team op kantoor wordt er trouwens vaak gelachen om al die ‘perfecte’ routines die we proberen, maar waar niemand zich echt aan houdt. En misschien is dat juist het geheim: luisteren naar jezelf, niet blind naar de regels.

Tips om geïnspireerd te raken en te experimenteren

  • Probeer eens een week lang je werk- of studietijd te variëren in plaats van altijd dezelfde routine.
  • Stel een wekker voor pauzes — dit helpt mij vaak de dag door.
  • Schrijf je taken op in prioriteiten, maar maak de lijst korter dan je denkt.
  • Praat met vrienden of collega’s over wat zij wel en niet doen. Zo hoor je onverwachte ideeën.
  • Sta jezelf toe fouten te maken — zo leer je het snelst wat voor jou werkt.

Nou ja, in ieder geval is het goed om te beseffen dat die ‘klassieke’ gewoontes niet het heilige der heiligen zijn. Misschien helpt het, misschien niet. Wie weet werkt een andere aanpak beter voor jou — in ieder geval zal het niet saai worden!

Heb jij ervaring met deze methodes? Of juist iets anders geprobeerd? Deel je verhaal hieronder, ik ben benieuwd!