Voorlopige resultaten tonen weigering van belangrijke initiatieven
Nadat de polls gesloten waren, wees de eerste prognose uit dat de Zwitserse kiezers massaal de twee recente voorstellen hadden verworpen. Deze initiatieven, die veel besproken werden in het welgestelde Alpenland, hebben de publieke discussie over sociaal verantwoorde beleidsmaatregelen versterkt. De stemming verliep volgens de voorspellingen zonder verrassingen: het voorstel voor een algemene dienstplicht en een belasting op de grote erfenissen voor het klimaat werden beide afgewezen met ruime marges.
Inzet van de initiatieven en publieke opinie
Het zogeheten initiatief voor burgerplicht, dat voorzag in een verplichte nationale dienst voor zowel mannen als vrouwen in de vorm van militaire of civiele taken, werd naar schatting door 84 procent van de stemmers afgewezen, aldus de nationale omroep SSR. Tegelijkertijd werd het voorstel voor een nieuwe klimaatbelasting op grote erfenissen, dat door 79 procent van de stemmers werd verworpen, eveneens ondersteund door de prognoses.
De resultaten bevestigen de voorspellingen uit recente opiniepeilingen, die weinig kansen ziet voor het passeren van deze voorstellen. Zowel de Zwitserse regering als het parlement hadden zich uitgesproken tegen beide initiatieven, onder meer vanwege de hoge kosten die ermee gepaard zouden gaan en het potentiële risico voor de economie.
Het streven naar echte gelijkheid en maatschappelijke argumenten
De commissie achter het burgerplichtinitiatief voerde aan dat het verplicht stellen van dienst voor mannen en vrouwen de maatschappelijke samenhang zou versterken. Volgens Noemie Roten, hoofd van de commissie, was dat initiatief gericht op het realiseren van ‘echt gelijkheid’. Ze betoogde dat het huidige systeem discrimineerde, niet alleen voor mannen, maar ook voor vrouwen, die vrijwel geen toegang hadden tot de netwerken en ervaringen die tijdens de dienst worden opgedaan.
Hierop werd door opposanten aangevoerd dat het voorstel geen daadwerkelijke gelijkheid zou bevorderen, omdat vrouwen al het grootste deel van de onbetaalde taken in de samenleving uitvoeren. Cyrielle Huguenot, verantwoordelijke voor gelijkheid en migratie bij de Zwitserse vakbond USS, stelde dat het extra belasten van vrouwen met nog meer onbetaalde werkzaamheden slechts de bestaande ongelijkheid zou vergroten.
De Zwitserse overheid onderschreef deze argumenten en waarschuwde dat het verdubbelen van het aantal rekruten de behoefte aanzienlijk zou overschrijden, met kosten die naar schatting het dubbele zouden zijn van het huidige systeem van dienstplicht.
Verdeeldheid en historische context
Toen de resultaten binnenstroomden, liet Roten weten dat ze trots was dat haar inspanningen ‘fundamentele vragen op tafel hadden gelegd’. Ze benadrukte dat grote maatschappelijke projecten in Zwitserland tijd nodig hebben om door te breken. Ze verwees naar de eerste poging tot het verkrijgen van vrouwenstemrecht, dat in 1959 door 67 procent werd afgewezen, maar uiteindelijk in 1971 met bijna 66 procent werd aangenomen.
Volgens haar blijft de gedachte achter burgerplicht levend, ondanks de huidige afwijzing: ‘Het idee van burgerplicht is niet gestorven bij deze stemming. Het zal blijven bestaan en waarschijnlijk de komende decennia winnen,’ zei ze.
Verwerping van de belasting op grote erfenissen
Het initiatief voor een belasting op grote erfenissen, dat door de jeugdafdeling van de Zwitserse Socialistische Partij werd voorgesteld, stelde een erfbelasting van 50 procent voor op erfenissen boven 50 miljoen Zwitserse frank (ongeveer 63 miljoen dollar). Dit voorstel zou naar schatting ongeveer 2.500 huishoudens treffen. Onder de slogan ‘Belasting op de rijken, redding van het klimaat’ berekende de groep dat deze belasting jaarlijks zes miljard Zwitserse frank zou opleveren, geld dat gebruikt kon worden voor ecologische transities zoals het renoveren van gebouwen, ontwikkelen van hernieuwbare energie en uitbreiden van het openbaar vervoer.
Een grote opposatiecampagne waarschuwde dat de zwaarste rijken mogelijk het land zouden verlaten om de belasting te vermijden, wat de economie zou kunnen verzwakken. Critici voorspelden ook dat erfgenamen van familiebedrijven benadeeld zouden kunnen worden.
Johanna Gapany, parlementslid voor de Liberalen, verklaarde dat ‘de bevolking begreep dat het nemen van 50 procent van een erfenis niet zomaar een belasting is, maar een afpersing door de staat’. Clarence Chollet van de Groene Partij noemde de uitkomst ‘slecht nieuws voor klimaatbescherming’ en stelde dat de enorme middelen die in de campagne werden gestoken, te vergelijken waren met een ‘David tegen Goliath-strijd’.









