Rock op een moeilijk plek: Het iconische diamant dat Oostenrijk’s keizerlijke verleden terugbrengt

Een onverwachte terugkeer van een legendarisch juweel herinnert Oostenrijk aan zijn Habsburgse geschiedenis

Een eeuw na het verdrijven van de Habsburgers uit de macht, staat de voormalige koninklijke familie opnieuw centraal in een nationaal debat. Dit keer draait het om een verzameling sieraden die tijdens het verval van het rijk verdwenen en recent weer opgedoken zijn in een kluis in Canada.

De nieuwste wending in de complexe relatie van Oostenrijk met haar keizerlijke verleden kwam niet in Wenen, maar in Quebec. Daar beweert de Habsburgse familie dat een uitgebreide collectie verloren gewaande schatten decennia lang discreet bewaard werd. De Oostenrijkse overheid bevraagt zich nu of deze juwelen – waaronder de legendarische Florentijnse Diamant – toebehoren aan de dynastie die in 1918 vluchtte, of aan de republiek die haar opvolgde.

De culturele scheidslijn en politieke implicaties

De onthulling heeft een bekende breuklijn in de Oostenrijkse cultuur opnieuw op scherp gezet. De monarchie wordt doorgaans bescherm door musea, toeristische brochures en de nostalgische herinnering aan films zoals die over Sissi. Maar deze keer is de discussie geëscaleerd tot de politieke arena.

Deze controverse wordt bovendien gekleurd door een historische karma. Oostenrijk heeft jarenlang geprobeerd verzoeken tot teruggave van andermans schatten af te wenden, zoals Mexico’s claim op het Azteekse veerhoedje in Wenen, of de langdurige rechtszaken over Schieles en Klimts die tijdens het nazi-regime van joodse families werden gestolen. In die gevallen ging de staat streng te werk, met juridische definities over eigendom en bewaring. Nu, in een omkering van rollen, onderzoekt Oostenrijk of transfers van meer dan honderd jaar geleden wettelijk correct waren en of een object dat onder chaotische omstandigheden werd meegenomen, nu rechtmatig thuis hoort.

Een familiegeheim gehost in de tijd

Het drama begon toen Karl Habsburg-Lothringen – kleinzoon van de laatste Oostenrijkse keizer en huidig hoofd van de familie – verklaarde dat de lang vermeende verloren gewaande juwelen zich plotseling in Canada hadden gemeld.

Zijn twee neven, Simeon en Lorenz, claimden dat ze de locatie al decennia wisten. Volgens hun verklaring werden de juwelen tijdens de oorlogsexil in 1940 door Keizerin Zita, weduwe van Keizer Karl I, naar Quebec gebracht. Ze bracht ze in een kluis in een bank en zou haar zonen opdracht hebben gegeven het geheime jarenlang verborgen te houden, slechts te onthullen 100 jaar na de dood van de keizer in 1922.

Voor hun overlijden deelden de zonen, Rudolf en Robert, het geheime met ieder één erfgenaam: Simeon en Lorenz. Recentelijk maakten de neven bekend dat zij het geheim aan Karl hadden doorgegeven, waarmee een complexe familierelatie werd voltooid, bijna als een script voor een prestige TV-drama.

De familie verzorgde de onthulling met theatrale precisie: de New York Times en Der Spiegel kregen vooraf inzage; de Times filmde de langverwachte opening van de box in Quebec, waardoor de gebeurtenis een cinematografische uitstraling kreeg die perfect past bij de mythes rond de juwelen.

De Florentijnse Diamant en haar mysterie

Onder de 15 stukken die werden getoond, springt één er uit: de Florentijnse Diamant. Een lichte-geel gekleurde, 137 karaats grote steen die ooit als een van de grootste in Europa werd beschouwd. Voordat de Habsburgers hem in de 18e eeuw verwierven, was hij al door de medici van Florence doorgegeven – vandaar de naam.

Het verhaal van deze diamant begon in 1918, toen het keizerlijke hof Wenen ontvluchtte in de laatste dagen van de monarchie. Ze haalden de diamant en andere waardevolle objecten uit de schatkist en brachten deze naar Zwitserland. In de daaropvolgende jaren verkocht de familie delen van haar juwelen om haar levensstijl in ballingschap te kunnen handhaven en haar pogingen te financieren om de Hongaarse troon te herstellen.

Hoe de diamant daarna heeft doorgeleefd, is onderwerp van speculatie: is hij verkocht, verloren of gestolen? Is hij in kleinere stukken geslepen? Via fictie in romans en films bleef de mythe rondom de diamant bestaan.

De vraag van eigendom

Het eigendom van de juwelen is een punt van controverse. De Habsburgers stellen dat de juwelen privébezit zijn, buiten het bereik van de Habsburg-wet van 1919 die familiebezit in Oostenrijk confisqueerde. Richard Bassett, de Britse historicus die namens de familie spreekt, bevestigt dat de juwelen Oostenrijk verlieten voor de wet van kracht werd.

Australische historici blijven sceptisch. Sommigen menen dat de juwelen mogelijk in de familie- of staatscollectie thuishoren. Als dat zo is, zou het verwijderen uit Oostenrijk in 1918 als een illegale export kunnen worden beschouwd, waardoor het eigendom tegenwoordig bij de staat ligt.

Een andere theorie stelt dat de enige rechtmatige eigenaar van de juwelen niet Oostenrijk of de familie is, maar mogelijk Italië. Volgens deze redenering zou de juweel mogelijk onder het Verdrag van Sint-Germains onder Italiaanse jurisdictie kunnen vallen, omdat de familie de diamant via een medici in de 18e eeuw verwierf.

De juridische strijd en de toekomst van de juwelen

Om de kwestie op te lossen, heeft Andreas Babler, vicekanselier en cultuurminister van Oostenrijk en leider van de Sociaaldemocraten, een juridische evaluatie opgedragen. Hij verklaarde dat hij, indien blijkt dat de Florentijnse Diamant toebehoort aan de Republiek Oostenrijk, zich zal inzetten voor de terugkeer ervan.

Een commissie van juridische experts en historici wordt binnenkort aangesteld, al zijn er nog geen namen of tijdschema bekend. Zij zullen moeten navigeren door een ingewikkeld web van internationale wetten, eigendomsrechten en claims die teruggaan tot historische gebeurtenissen. Het definitieve oordeel kan jaren duren en blijft onvoorspelbaar.

Klaar voor de keizerstitel?

De hernieuwde vraag naar de juwelen heeft al de onderhuidse spanningen tussen de republiek en de dynastie opnieuw aangewakkerd. Karl Habsburg-Lothringen bracht de spanning verder door in een interview te melden dat hij zichzelf niet noodzakelijkerwijs de rechtmatige keizer van Oostenrijk noemt. Hij weerlegde niet expliciet de aanspraken, en verdedigde zijn leiding over de orde van Sint Joris, een monarchistisch genootschap dat zijn titel nog steeds in ere houdt, inclusief de noblesse-vornaam “von”.

Toen hem werd gevraagd of hij de uitslag van de juridische commissie zou accepteren mocht deze tegen de familie beslissen, bleef Habsburg-Lothringen vaag: “Ik kan de toekomst niet voorspellen.”