Meer dan 35 espresso’s: EU-parlementariërs over regulering van energiedrankjes voor minderjarigen

De huidige situatie en zorgen over energiedrankjes voor jongeren

Tijdens een hoorzitting op woensdag identificeerden Europarlementariërs de problematiek rondom energiedrankjes die op de Europese markt verkrijgbaar zijn. Ze uitten bezorgdheid over de afwezigheid van strikte regelgeving in veel lidstaten, waardoor kinderen vaak zonder beperkingen aan deze producten worden blootgesteld. Volgens Tilly Metz, een lid van het Europees Parlement en lid van de Groene Partij uit Luxemburg, “betekent de afwezigheid van restricties in veel lidstaten dat kinderen vrijelijk met deze producten in aanraking komen.”

De parlementariërs benadrukten dat іс verdere maatregelen nodig zijn, vooral gezien de gezondheidsrisico’s zoals hart- en vaatziekten, diabetes, angststoornissen en slaapstoornissen die energiedrankjes met zich mee kunnen brengen. Metz wees er ook op dat waarschuwinglabels alleen niet voldoende zijn, zeker niet omdat de marketing gericht op jongeren via sociale media, influencers en sportevenementen extreem krachtig is.

Variaties in regelgeving binnen Europa

De regels omtrent verkoop en consumptie verschillen sterk tussen de lidstaten. Frankrijk, Denemarken, Duitsland, Letland, Litouwen, Zweden, Polen, Roemenië en Hongarije voeren al leeftijdsgrenzen in voor de verkoop van energiedrankjes. Tsjechië en Portugal overwegen soortgelijke maatregelen, hoewel de minimumleeftijd varieert afhankelijk van het land.

Volgens Foodwatch, een organisatie voor consumentenbelangen, ligt de aanbevolen maximale dagelijkse inname voor cafeïne bij 150 milligram – ongeveer gelijk aan twee espresso’s voor een kind van 13 jaar dat 50 kilogram weegt. Desalniettemin blijkt uit onderzoek dat veel jongeren veel meer consumeren. Felix Oberhoffer, een klinisch wetenschapper uit München, rapporteerde dat jonge consumenten die grote hoeveelheden gebruiken, minstens 7 liter energiedrank per maand drinken. Dit komt neer op ongeveer 35 espresso’s en een kilogram suiker.

Perspectieven op regulering en aanpak

Vytenis Andriukaitis, een socialist en eveneens lid van ENVI en SANT, stelde dat er geen eenvoudige oplossing bestaat die alle problemen onmiddellijk oplost. Hij pleitte in plaats daarvan voor een gelaagde aanpak die educatie omvat, regulering van marketing, gerichte restricties, belastingvoordelen en verboden op consumptie op plaatsen zoals scholen.

Uiteindelijk erkenden sommige invloedrijke belanghebbenden dat zelfregulering door de industrie ook een rol kan spelen. Assobibe, de Italiaanse vertegenwoordiger van UNESDA Soft Drinks Europe, verdedigde de sector door te benadrukken dat er al vrijwillige maatregelen zijn. Giangiacomo Pierini, voorzitter van Assobibe, stelde dat “de industrie zichzelf heeft aangesproken tot verantwoord gedrag en dat energiedrankjes nooit worden gepromoot onder kinderen onder de 13 jaar.”

Na de hoorzitting bracht UNESDA een verklaring uit waarin werd opgemerkt dat haar directeur-generaal, Nicholas Hodac, “heeft betreurd dat de hoorzitting vooral op ideologische standpunten en selectieve weergave van onderzoeken was gebaseerd.”

Wetenschappelijke en juridische standpunten

De Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) stelde in 2015 dat voor volwassenen veilige single doses cafeïne tot 200 mg en een dagelijks maximum van 400 mg gelden. De Europese Commissie bevestigde dat deze data onvoldoende zijn om specifieke veilige limieten voor kinderen en jongeren vast te stellen, hoewel zij ervan uitgaat dat de metaboliserende snelheid van caféïne vergelijkbaar is bij jonge mensen en volwassenen. 

De commissie onderstreepte verder dat EU-wetgeving al waarschuwingslabels op energiedrankjes vereist en dat lidstaten de verkoop en reclame van deze dranken kunnen regelen, met eventuele leeftijdsrestricties voor consumenten onder de 18 jaar. Dit alles moet wettelijk onderbouwd zijn en voldoen aan de EU-regels.

De hoorzitting ging niet in op de invoering van belastingen op ultrabewerkte voedingsmiddelen, een maatregel die volgens een concept van het Europese Hartgezondheidsplan mogelijk wordt geïntroduceerd. Deze regeling wordt momenteel voorbereid en ligt ter beoordeling bij de Europese Commissie.