De juridische strijd rond het Energiehandvestverdrag en de rol van de Europese Commissie
De Europese Commissie heeft aangekondigd dat zij Hongarije voor de tweede keer in korte tijd met juridische stappen bedreigt. De aanleiding is het feit dat Hongarije de nationale oliegigant MOL toestaat om het controversiële Energiehandvestverdrag (EHV) te gebruiken om een andere lidstaat van de EU aan te klagen. Dit gebeurde ondanks een uitspraak van het Europese Hof die stelde dat dergelijke investeringsgeschillen niet within de EU kunnen worden aangevochten. Volgens de Commissie heeft Hongarije hiermee de regels overtreden, en ze hebben een procedure gestart die kan leiden tot boetes en mogelijk een zaak voor het Hof van Justitie van de EU.
De achtergrond en het doel van het Energiehandvestverdrag
Het verdrag, dat in de jaren negentig werd opgesteld, was bedoeld om investeringen in post-communistische landen te beschermen, vooral gezien de politieke onstabiele situatie in die regio. In de loop der jaren is het vooral gebruikt om Europese regeringen te dagvaarden vanwege vermeende verliezen door beleidswijzigingen, zoals het afbouwen van kolencentrales en het verminderen van emissies. Een bekend voorbeeld was de zaak van energiebedrijven die duizenden miljoenen euro’s claimden nadat Nederland plannen had aangekondigd om kolencentrales te sluiten. Echter, in een belangrijke uitspraak uit 2021, het zogenaamde ‘Komstroy’-proces, oordeelde het Europese Hof dat investeringen door binnenlandse bedrijven in andere lidstaten niet onder de regels van het verdrag vallen.
De unieke interpretatie van Hongarije en de reactie van de EU
De overige lidstaten van de EU stemden in dat het investeringsbeschermingsmechanisme binnen de EU niet van toepassing is. Hongarije nam hier echter een afwijkende positie in. Het land stelde dat deze interpretatie alleen geldt voor toekomstige investeringen en niet voor bestaande. Dit standpunt heeft geleid tot het openen van een juridische procedure tegen Hongarije, die eerder dit jaar werd aangekondigd. Volgens de Europese Commissie heeft MOL, de nationale oliewereld in Hongarije, een arbitrageaccoord ingediend bij een tribunal in een derde land, waarin ze een besluit van een ander EU-land wil afdwingen. Recent heeft een door MOL gecontroleerde onderneming een nieuwe rechtszaak aangespannen tegen een andere lidstaat, hoewel details hiervan niet openbaar zijn. In een van de zaken zou het gaan om een verzoek aan een Amerikaanse rechtbank om Kroatië te verplichten tot betaling van een schadevergoeding van 222 miljoen euro. Deze zaak volgt op de annulering door Kroatië van een investering die in verband werd gebracht met omkoping van de voormalige premier.
De status van het verdrag en de toekomstige implicaties
Hoewel de EU zich in juni formeel terugtrok uit het Energiehandvestverdrag, blijft de regeling 20 jaar doorlopen vanwege een ‘sunset-clausule’. Dit betekent dat landen buiten de EU, waaronder Hongarije, nog steeds in staat zijn arbitrageclaims in te dienen tegen EU-landen en andere partijen, tot minstens 2045. Hierdoor blijven geschillen over investeringen mogelijk, ondanks de controverse en de beperkingen binnen de EU zelf. Deze situatie onderstreept de complexiteit en de jurisdictieproblemen rondom het gebruik van het verdrag in het post-Brexit en post-communistische tijdperk.








