De ontwikkeling van de Middenroute: een strategisch belang
De trans-Caspische internationale transportroute, algemeen bekend als de ‘Middenroute’, wordt gepresenteerd als een essentiële verbinding voor een meer veerkrachtig Europa en een zichtbaarder EU-presence in Centraal-Azië. Terwijl de regionale infrastructuur snel vordert, legt deze corridor een ongemakkelijk feit bloot voor de Europese Unie: haar politieke retoriek houdt haar nog steeds in, terwijl de uitvoering achterblijft. De Middenroute versnelt, maar Europa lijkt hier niet gelijke tred mee te houden.
Verhoogde inspanningen en investeringen
De momentum voor de ontwikkeling van de route is toegenomen. In november kwamen de EU en de Centraal-Aziatische regeringen bijeen in Tashkent tijdens een groot investeringsforum voor infrastructuur, waarbij de deelnemers de Middenroute beschouwden als een snelle, veilige en betrouwbare schakel tussen Europa en Azië. Naast logistieke toezeggingen, werden ook aanzienlijke financiële toezeggingen bevestigd onder het Global Gateway-initiatief. Hierin werd ongeveer 3 miljard euro toegezegd voor transportinfrastructuur en 2,5 miljard euro voor kritieke grondstoffen, met het oog op een overgang van conceptueel plannen naar de operationele uitvoering van de corridor in 2025.
Het volume vrachtvervoer wijst op een toenemende vraag. Sinds 2022 is het goederenstroom langs de Middenroute aanzienlijk toegenomen en volgens prognoses kan dit tot 2030 verdrievoudigen, ondersteund door infrastructuurverbeteringen in de regio. De delegatie van de EU in Tashkent onderstreepte deze trend en meldde verbeteringen in havencapaciteit, digitale systemen en regelgevende coördinatie, gericht op het creëren van meer voorspelbare handels- en investeringsomstandigheden.
De rol van Kazachstan
Kazachstan speelt een centrale rol in de ontwikkeling van de route. Het land heeft de afgelopen vijftien jaar tientallen miljarden dollars geïnvesteerd in spoorwegen, snelwegen, havenfaciliteiten en douanemodernisering. Tegen 2030 staat nog eens 15 miljard dollar gepland voor verdere investeringen. Volgens de Kazakse ambassadeur in Brussel, Roman Vassilenko, ziet zijn land zichzelf als een belangrijke schakel “tussen Oost en West” en roept hij de EU en haar financiële instellingen op om de implementatie van de bevindingen van de Europese Bank voor Herstel en Ontwikkeling (EBRD) op het gebied van transport te versnellen. Zijn opmerkingen weerspiegelen een bredere verwachting onder de corridorstaten dat politieke steun van Europa nu moet worden gevolgd door concrete acties.
Structuurproblemen en knelpunten
Ondanks de vorderingen blijven structurele beperkingen bestaan. De route blijft sterk gefragmenteerd. Multimodaal vervoer vereist meerdere transshipments over rail- en zeetransport, terwijl verschillen in spoorwijdte, grensprocedures en tariefsysteem de grensoverschrijdende coördinatie bemoeilijken. Het Caspische Zeegebied vormt nog altijd een grootste belemmering, door beperkte veerverbindingen, waterstandschommelingen en congestie bij Aktau, wat de doorvoer belemmert. Het Zwarte Zee-gedeelte ondervindt soortgelijke beperkingen.
Het betrekken van de particuliere sector blijft een zwakke punt. Hoewel de Middenroute wordt gepositioneerd als een vlaggenschip van het Global Gateway-project, blijven Europese bedrijven terughoudend. Een analyse van het European Institute for Asian Studies (EIAS) wijst uit dat beleggers nog steeds hoge logistieke kosten, onvoorspelbare regelgeving en gebrekkige grensoverschrijdende governance als belangrijke afschrikfactoren noemen. Daardoor ligt de financieringslast nog hoofdzakelijk bij overheidsbudgetten en internationale financiële instellingen, in plaats van bij het private kapitaal dat Brussel had gehoopt te mobiliseren.
Regionale dynamieken compliceren de situatie verder. Sommige Centraal-Aziatische regeringen diversifiëren hun transportstrategieën via zuidelijke routes die aansluiten op havens in Pakistan, wat voor bepaalde goederen transitstijden biedt die concurrerend zijn.
De praktische implicaties voor strategische doelen
Deze ontwikkelingen verminderen de strategische waarde van de Middenroute niet, maar onderstrepen dat de lidstaten van de route hun opties afwegen. Voor de EU betekent dit dat zij moet aantonen dat de Middenroute kan uitgroeien tot een levensvatbaar, langetermijnalternatief in plaats van louter een aspiratie. Tegelijkertijd sluit de route nauw aan bij bredere EU-beleidspunten. Het versterken van de Middenroute ondersteunt doelstellingen op het gebied van energie- en grondstofzekerheid, het diversifiëren van de toeleveringsketens en het vergroten van economische veerkracht.
Het Global Gateway-kader benadrukt duurzame ontwikkeling, digitalisering en transparantie, beleidsterreinen waarin de EU haar regelgevende expertise en technische capaciteit kan inzetten. Echter, tenzij financiële toezeggingen zich vertalen in concrete projecten en governance hervormingen, zal de corridor moeite hebben om het schaalniveau en de concurrentiekracht te behalen die nodig zijn om stabiel zakelijk verkeer aan te trekken.
Het dichten van de uitvoeringskloof
Het Tashkent-forum bood enkele voorzichtige tekenen van vooruitgang. EU-functionarissen bespraken de nieuwe overeenkomsten als investeringen “in havens, infrastructuur en digitale systemen en de omstandigheden voor het bedrijfsleven”. Hiermee lijkt een overgang zichtbaar naar meer praktische betrokkenheid. De aankomende digitale platform Smart Cargo van Kazachstan, dat douane- en logistieke data integreert, illustreert verder het potentieel van digitale innovatie om knelpunten weg te nemen en interoperabiliteit in de corridor te verbeteren.
Of deze stappen voldoende zullen zijn, blijft echter onzeker. De Middenroute krijgt weliswaar tractie, maar het succes op lange termijn hangt af van de EU’s vermogen om implementatie te versnellen, privéinvesteringen te mobiliseren en standaarden te coördineren met diverse partners. Europa heeft een smalle toren om haar rol als strategisch architect van deze route te bevestigen. Wil de EU dat de Middenroute een kernader wordt van Eurasische connectiviteit, dan moet Brussel resultaten laten zien die zich echt vertalen in concrete realisaties.









