Hoe rijke EU-landen nog steeds onrechtvaardige terugbetalingen behouden voor het volgende begrotingsjaar

Financiële voordelen voor landen met hogere bijdragen

Elk jaar ontvangen Duitsland, Denemarken, Nederland, Zweden en Oostenrijk miljarden euro’s terug in de vorm van kortingen op hun bijdragen aan de Europese begroting. Deze kortingen, vaak aangeduid als “kortingsregelingen” of “correcties,” worden al lange tijd door deze landen geëist en geïntegreerd in de onderhandelingen over het volgende meerjarenbegrotingsprogramma. De landen profiteren jaarlijks van meer dan €9 miljard (ter waarde van ongeveer €7,6 miljard in 2020-euros), die hun hoge bijdrage gebaseerd op het Bruto Nationaal Inkomen (BNI) aanzienlijk verlagen. Dit vermindert niet alleen de totale EU-begroting, maar zorgt er ook voor dat andere lidstaten meer bijdragen, omdat de totale pot niet afneemt of zelfs groeit.

De complexiteit en ondoorzichtigheid van het system

Volgens het nieuwste onderhandelingsdocument van de Raad, verkregen door Euractiv en gedateerd op 9 december, blijven de lidstaten de mogelijkheid behouden om de GNI-correcties ook in het volgende begrotingsjaar te behouden. Dit document, dat uit meer dan twintig juridische teksten bestaat en afkomstig is uit het EU-begrotingsvoorstel van de Europese Commissie voor 2028 tot 2034, bevat de meest gevoelige punten en potentiële opties die momenteel worden aangepast. Aanzien van eerdere versies bevatte het voorstel niet de optie om de kortingen voort te zetten. Een rapport van de denktank Bruegel stelt dat het systeem voor terugbetalingen steeds complexer en minder transparant wordt, en dat het onrechtvaardig is omdat het dreigt de lasten arbitrair te verschuiven van rijke naar armere lidstaten.

Politieke en juridische standpunten rondom de kortingen

Het Europees Parlement heeft herhaaldelijk opgeroepen tot de afschaffing van alle kortingen, omdat deze het systeem ondermijnen en het gebrek aan transparantie vergroten. De Europese Commissie heeft deze kortingen niet in haar oorspronkelijke voorstel opgenomen, onder andere om een eerlijker en transparanter systeem te waarborgen. Niettemin blijven de rijke landen hun belangen verdedigen en proberen zij de kortingen in het onderhandelingsproces te behouden, ondanks de против-opstellingen van de Commissie, het Europees Parlement en veel minder welvarende lidstaten.

Concessies en dreigende blokkades

Hoewel de lidstaten de mogelijkheid hebben om de kortingen stop te zetten, zullen de welvarende, hogere inkomenslanden in dat geval waarschijnlijk eisen dat de totale begrotingsomvang wordt verkleind. Dit zou kunnen leiden tot meer bezuinigingen op subsidies voor boeren en regionale ontwikkelingsprogramma’s, of minder zakendoen voor armlastige lidstaten via een nieuw industrieel fonds ter waarde van €234 miljard. Frankrijk, Duitsland en andere grote landen willen bovendien dat de Commissie haar hervormingsplannen versterkt, omdat een falend hervormingsvoorstel de voortzetting van de kortingen in gevaar brengt.

De positie van Duitsland en de toekomst van het EU-budget

Duitsland heeft positioneel aangegeven dat het zijn veto kan inzetten tegen de EU-begroting als de Europese Commissie niet akkoord gaat met de voorgestelde hervormingen. De Duitse regering heeft haar steun uitgesproken voor de plannen van de Commissie voor de opzet van een nieuw zevenjarig meerjarentoezicht, dat onder andere de beëindiging van de ongerechtvaardigde terugbetalingen moet waarborgen. Deze politieke spanning onderstreept de complexiteit van het herzieningsproces en het belang dat lidstaten hechten aan hun financiële belangen binnen de EU-begroting.