Voorstellen voor vergroting van het EU-budget en nuances
Volgens voorlopige rapporten is het Europees Parlement voornemens het budget van de Europese Unie voor de komende zeven jaar met 169 miljard euro te verhogen. Deze marge vloeit voort uit een conceptversie van het rapport dat de plenaire vergadering zal voorleggen. Het betreft de zogeheten Meerjarige Financiële Framework (MFF), dat de financiële kaders voor 2028 tot 2034 vastlegt.
De Europese Commissie presenteert haar voorstel voor een budget van 2 biljoen euro als een historische mijlpaal. Dit bedrag wordt echter weergegeven op nominale basis, zonder inflatiecorrecties, en omvat bovendien 168 miljard euro ter aflossing van de 650 miljard euro durfregeling die tijdens de COVID-pandemie is ondertekend.
Wanneer we kijken naar de reële waarde in 2025-prijzen en exclusief de lening, komt het budget uit op 1,614 biljoen euro, hetgeen ongeveer 1,15% van het Bruto Nationaal Inkomen (BNI) van de EU vertegenwoordigt. Het Parlement stelt voor om dit bedrag te verhogen tot 1,783 biljoen euro, dat wil zeggen 1,27% van het BNI.
Specifieke prioriteiten en budgetallocaties
Het voorstel van het parlement omvat een extra budget van 89 miljard euro voor nationale plannen die regio’s en boeren ondersteunen. Daarnaast wordt 58 miljard euro extra voorgesteld voor het versterken van de concurrentiekracht, en nog eens 21 miljard euro voor buitenlandse beleidsinitiatieven.
Van de 58 miljard euro is 24 miljard gereserveerd voor het nieuwe Europese Competitiviteitsfonds. Verder wordt 18 miljard euro toegekend aan het Horizon-onderzoeksprogramma van de EU, en 8 miljard euro aan infrastructuurprojecten. Een bijkomend bedrag van 8 miljard euro wordt verspreid over onder andere het Erasmus-studentenuitwisselingsprogramma, nucleaire energie, mediastichting en andere initiatieven.
Deze voorstellen zijn opgesteld door de centrum-rechtse Europarlementariër Siegfried Mureșan en de centrum-left Europarlementariër Carla Tavares, beiden lid van de begrotingscommissie. Zij zullen opinies ontvangen van 15 andere commissies alvorens een definitieve versie voor te leggen aan een plenaire stemming in mei.
Financieringsbronnen en controversiële bronnen
Voor de financiering wordt de steun uitgesproken voor de voorstel van de Commissie om jaarlijks ongeveer 60 miljard euro aan inkomsten te genereren voor de EU. Dit moet de afhankelijkheid van nationale bijdragen verminderen. Als EU-lidstaten echter besluiten om bepaalde inkomstenbronnen af te wijzen, wordt voorgesteld om een digitale dienstenbelasting te onderzoeken als alternatief, zo blijkt uit het rapport.
De digitale dienstenbelasting zou vooral grote Amerikaanse technologiebedrijven treffen. Het wordt gespeculeerd dat de Commissie mogelijk afzag van het voorstellen van deze maatregel vanwege de mogelijke Amerikaanse tegenreactie binnen de context van stevige handelsbesprekingen.
Reacties op de herstructurering van het EU-begrotingsstelsel
Hoewel de EU-parlementariërs een verschuiving naar meer flexibele budgettering ondersteunen, blijven ze kritisch over de plannen van de Commissie om programma’s samen te voegen tot beheerbare geldpotten. Volgens het rapport erkent het Parlement de behoefte aan flexibiliteit, maar verzet zich tegen elke aanpak die transparantie ondermijnt onder het mom van efficiëntie.
Het rapport bevat ook de opmerking dat de voorstellen tot vereenvoudiging vooral in het voordeel van de eigen processen van de Commissie uitpakken, ten koste van de uiteindelijke begunstigden. Hiermee wordt bedoeld dat de transparantie en de controle op de juiste besteding van fondsen mogelijk onder druk komen te staan.








