Inleiding tot het Onderzoek
Op woensdag wordt door een groep van conservatieve europarlementsleden en rechtse politici een onderzoek gestart naar vermeende financieringen door de Europese Commissie aan milieu-NGO’s. Het doel van het onderzoek is te bepalen of deze ngo’s betaald werden om de Europese Groene Deal te promoten — een beschuldiging die door zeven organisaties al van meet af aan als bevoordeeld en vooringenomen wordt gezien.
Structuur en Opzet van het Onderzoek
Het onderzoek wordt geleid door een nieuwe “toezichtwerkgroep” binnen de commissie voor begrotingscontrole van het Europees Parlement. Deze werkgroep werd opgericht op verzoek van de centrumrechtse Europese Volkspartij (EVP) en haar rechtse bondgenoten. Het onderzoek heeft een duur van zes maanden, waarna een eindrapport moet worden gepresenteerd. Dit rapport zal goedgekeurd moeten worden door een gewone meerderheid in het parlement, wat betekent dat de bevindingen mogelijk door de meerderheid van de progressieve en groene parlementsleden worden verworpen, tenzij de EVP tegen stemt.
Aan de commissie zitten negen leden, waarvan vijf uit de EVP, twee uit de uiterst rechtse Patriots for Europe (PfE), één uit de Europese Conservence en Hervormingspartij (ECR) en één uit de liberale Renew-groep.
Bijwonen en Reacties van Belanghebbenden
Tijdens de eerste bijeenkomst van de werkgroep werd Frans Timmermans uitgenodigd voor een “uitwisseling van meningen”. Timmermans was vicevoorzitter van 2019 tot 2023 en één van de bouwers van de Groene Deal. Ook Virginijus Sinkevičius, voormalig milieucommissaris en nu lid van het Europees Parlement voor de Groenen, werd uitgenodigd. Ondanks de bevestiging dat beiden aanwezig zouden zijn, weigerde Sinkevičius deel te nemen, en Timmermans antwoordde niet op de uitnodiging.
Reacties vanuit de Milieu- en NGO-groepen
Organisaties die onder de LIFE-programmafinanciering vallen, zoals het European Environmental Bureau (EEB) en WWF, noemden het proces op dinsdag “politiek theater” dat bedoeld zou zijn om de geloofwaardigheid en legitimiteit van NGO’s te ondermijnen. Andere maatschappelijke organisaties, zoals Transparency International, riepen de progressieve europarlementsleden op tot een boycot van de werkgroep.
Patrizia Heidegger, adjunct-secretaris-generaal van het EEB, verklaarde dat het gericht raken van NGO’s een teken is van een “afname van de ruimte voor burgermaatschappij” in Europa.
Volgens haar helpt burgermaatschappij de transparantieregels van de EU te waarborgen, en zij ziet het proces als overbodig, onevenwichtig en vooral politiek gemotiveerd.
Politieke Argumenten en Bezwaren
De Socialisten & Democraten, de op één na grootste groep, hebben de onderzoeksaanklacht als een “heksenjacht” bestempeld. Groene europarlementariër Daniel Freund bevestigde dat zijn partij de werkgroep boycot omdat deze volgens hem is opgezet als een politiek wapen, niet als een instrument voor echte controle.
Zowel de Europese Rekenkamer als de Commissie zelf hebben hun standpunt herhaald dat er onvoldoende bewijs is voor tegenstrijdige beschuldigingen, hoewel zij toegeven dat de documentatie in sommige gevallen bewijs bevatte van lobbyingactiviteiten. De Europese Rekenkamer stelde in haar rapport dat de financiering van NGO’s in de EU over het algemeen te weinig transparant was, aldus Laima Andrikienė, die eerder in de EPP zat.









