De controverse rond het Future Combat Air System
Het Next Generation luchtgevechtssysteem, bekend als FCAS, bevindt zich op de rand van mislukking vanwege een conflict tussen Dassault Aviation uit Frankrijk en Airbus Defence uit Duitsland. Dit project, met een geschatte waarde van 100 miljard euro, is bedoeld om een geavanceerd vliegtuigsysteem te ontwikkelen dat de komende decennia de luchtstrijdkrachten van de deelnemende landen zou versterken. Echter, het vertrouwen tussen de betrokken partijen is zodanig beschadigd dat er nu wordt gesuggereerd dat het project mogelijk moet worden stopgezet.
Persoonlijke standpunten en politieke reacties
Een Duitse parlementslid met portfolio voor de Duitse luchtmacht, Volker Mayer-Lay, stelde dat de terminatie van FCAS waarschijnlijk de enige werkbare oplossing is voor de huidige problemen. Hij benadrukte dat de Frans-Duitse vriendschap hier doorheen zal komen, maar dat de Duitse industrie niet bestand is tegen verdere uitstel. Volgens Mayer-Lay zou een gecontroleerd einde van het project een frisse start kunnen bieden. Hij voegde eraan toe dat het herstel van de voortgang na de stilstand noodzakelijk is, nu de Duitse coalitie probeert het proces nieuw leven in te blazen.
Zijn sociale-democratische collega, Christoph Schmid, onderstreepte dat Duitsland het zich niet kan veroorloven om waardevolle jaren te verliezen, terwijl andere landen snel hun capaciteiten verder ontwikkelen. De Franse hoofdaannemer, Dassault Aviation, eiste een overheersende rol bij de ontwikkeling van de zesde generatie jager, waarbij ze zelfs aangaven liever alleen verder te willen gaan dan samen te werken met Airbus Defence.
Verschillen in visie en machtsstrijd binnen het project
De oorspronkelijke overeenkomst tussen Berlijn, Parijs en Madrid was dat Dassault de leiding zou nemen over de jager ontwikkeling, terwijl Airbus zich zou richten op de drone-technologie en de AI-gedreven netwerkcomponenten – het zogenoemde “systeem van systemen”. Echter, de Duitse partij verzet zich tegen Dassault die vrijwel alle aspecten van de ontwikkeling wil dicteren, inclusief de selectie van leveranciers.
Volgens Mayer-Lay is dit gedrag niet compatibel met een partnerschap; het vertegenwoordigt een machtsstrijd die het project lamlegt. Hij stelde dat dergelijk nationalistisch ego de samenwerking ondermijnt en dat de houding van onderwerping en het uitsluiten van anderen de ontwikkeling in de weg staan.
Toekomstvooruitzichten en mogelijke oplossingen
Wanneer men de mogelijkheid onderzoekt dat Frankrijk en Duitsland elk een eigen zesde generatie jager ontwikkelen, noemt Mayer-Lay dat er waarschijnlijk “minstens één te veel” zou zijn. Andere landen zoals het Verenigd Koninkrijk, Japan en Italië ontwikkelen ook hun eigen vergelijkbare projecten, genaamd ‘GCAP’. Desondanks benadrukt hij dat toekomstige samenwerking en kennisdeling in theorie mogelijk blijven en dat deze niet volledig uitgesloten worden.
Op 11 december zullen de defense ministers van Duitsland, Frankrijk en Spanje in Londen besluiten nemen over de toekomst van FCAS, aldus Bloomberg. Het dieperliggende vraagstuk blijft echter of de twee landen als rivalen kunnen samenwerken aan zo’n strategisch en technologisch complex project zonder de onderlinge relaties te schaden.








