Inleiding tot het SAFE-initiatief
Het initiatief, bekend als SAFE, werd voor het eerst gepresenteerd in maart vorig jaar met het doel de nationale defensiereserves aan te vullen door middel van gezamenlijke aankopen. Het concept benadrukte dat defensieaankopen via gezamenlijke projecten moesten verlopen, zoals vastgelegd in de definitieve tekst die in mei werd goedgekeurd. Volgens deze regelgeving zou procureur van defensiemateriaal door lidstaten moeten plaatsvinden in het kader van collectieve projecten.
Toch biedt het programma enkele uitzonderingen voor apparatuur die door slechts één land wordt aangeschaft, mits het defensiecontract binnen een jaar na de ingangsdatum van SAFE werd ondertekend. Volgens een woordvoerder van de Europese Commissie is er een kleine mogelijkheid voor nationale projecten indien gezamenlijke inkoop niet mogelijk is en het absoluut noodzakelijk is. “Dit is echter niet de standaardregel,” aldus de woordvoerder.
Begeleidend document en financieringscriteria
De Commissie heeft een niet-bindend document uitgebracht dat lidstaten helpt bij het bepalen of een defensieproduct in aanmerking komt voor financiering via SAFE. Dit document bevat richtlijnen voor zowel nationale als gezamenlijke aankopen. Lidstaten moesten hun plannen vóór eind november indienen. Hierin moesten ze aangeven hoe ze de toegekende fondsen wilden gebruiken en hoe ze volging zouden geven aan de criteria voor toelating.
Volgens Andrius Kubilius, de EU-commissaris voor defensie, hebben de 19 landen die zich voor het SAFE-programma hebben aangemeld in totaal 691 defensieprojecten ingediend, waarvan 65% van het budget bestemd is voor gezamenlijke aankopen. De Europese Commissie is momenteel bezig met het beoordelen van deze plannen om te zien of ze aan de gestelde criteria voldoen. Het Europees Parlement zal in februari de definitieve plannen goedkeuren, waarna de financiële middelen mogelijk al in maart kunnen worden uitgekeerd.
Evaluatieproces en geplande projecten
Het beoordelingsproces door de Commissie is bedoeld om te verzekeren dat aan de criteria wordt voldaan en niet om de autonomie van lidstaten te ondermijnen. Het is echter nog onduidelijk of en hoe de EU-uitvoeringsorganisatie besluiten kan nemen om onderdelen van een lands financiële plannen af te keuren.
In de ingediende plannen is €50 miljard toegekend aan lucht- en raketverdediging, inclusief munitie. Daarnaast is €6 miljard gereserveerd voor drones en anti-dronetechnologie. Ongeveer €13 miljard wordt toegewezen aan maritieme projecten gericht op versterking van de “oost- en zuidgrenzen”.
De Europese Commissie geeft aan dat deze budgetten gedeeltelijk kunnen bijdragen aan de vier grote defensieprojecten die in oktober zijn gepresenteerd. Brussel streeft ernaar dat lidstaten vier “flagship” projecten oprichten, zoals het European Drone Defence Initiative (EDDI), de Eastern Flank Watch, het European Air Shield en het European Space Shield.
De lidstaten hebben echter nog niet definitief akkoord gegeven op de projectlijst en plannen een feedbacksessie in januari. Tijdens deze bijeenkomst worden de plannen herzien, rekening houdend met nationale prioriteiten.









