De intentie achter de nieuwe regulering en de invoering van het omnibus-pakket
De Europese Commissie heeft aangekondigd dat zij haar inzet voor milieubescherming in stand houdt, ondanks haar recente pogingen om regelgeving te versimpelen. Hierbij presenteerde zij haar achtste pakket aan maatregelen gericht op het verminderen van administratieve lasten, vooral bij projecten die van strategisch belang worden geacht. Volgens de Commissie is de drijfkracht achter deze deregulering het versterken van de concurrentiepositie van de industrie binnen de EU door procedurele barrières te verminderen. Tegelijkertijd richt het pakket zich op het versnellen van besluitvorming over diverse energie-, digitaliserings- en infrastructuurprojecten.
Focus op kritieke infrastructuur en duurzame projecten
De Commissie wil de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen, elektriciteitsnetwerken, opslagfaciliteiten voor energie en oplaadpunten voor elektrische voertuigen sneller laten verlopen. Daarnaast worden datacenters, batterijfabrieken, circulaire economie-initiatieven, decarbonisatieplannen voor energievretende industrieën en haveninfrastructuur priority zones. Volgens vicepresident Teresa Ribera vormen de maatregelen om vergunningprocedures te bespoedigen mogelijk de meest ingrijpende en impactvolle binnen het pakket, vooral voor projecten die bijdragen aan verduurzaming en digitalisering.
Het doel is om procedures die momenteel tot tien jaar kunnen duren, te verkorten tot ongeveer één jaar. De Commissie geeft aan dat in de toekomst de lijst van prioritaire sectoren kan worden uitgebreid, met het oog op het verminderen van afhankelijkheden binnen de Unie en het versterken van de veiligheid en veerkracht van de bevoorradingszekerheid.
Controversiële voorstellen en verwachte flexibilisering van milieu-eisen
Een van de meest besproken voorstellen binnen het pakket betreft het afschaffen van de verplichting tot het uitvoeren van volledige milieueffectrapportages (MER) voor modificaties aan bestaande projecten. De Commissie noemt expliciet herinrichting van pijpleidingen en industriële sites, evenals aanpassingen voor decarbonisatie, die onder deze versoepeling zouden vallen en slechts een “screening” door bevoegde autoriteiten vereisen.
Voor situaties waarin een MER noodzakelijk is, stelt de Commissie dat er slechts één rapport hoeft te worden opgesteld. Ook wordt voorgesteld een centraal aanspreekpunt in te richten voor ontwikkelaars en het publiek om contact te onderhouden met planninginstanties. Daarnaast mogen gegevens die ouder zijn dan vijf jaar worden gebruikt indien recentere gegevens ontbreken.
Deze wijzigingen worden gezien als aanvullingen op bestaande Europese richtlijnen zoals de Strategische Milieubeoordeling (SEA), de Milieu-effectrapportage (MER), de Habitatrichtlijn, de Vogelrichtlijn en het kaderrichtlijn water. De Commissie benadrukt dat deze richtlijnen niet voor heronderhandeling worden opengesteld.
Reacties en bezwaren vanuit milieugroepen en politieke partijen
De vicevoorzitter van de Commissie, Valdis Dombrovskis, benadrukte dat de hoge milieustandaarden niet zullen worden ondermijnd en dat de brede doelen van de EU ongewijzigd blijven. Ook de milieudirecteur Jessika Roswall benadrukte dat hoge milieunormen en concurrentievermogen niet in strijd zijn, aangezien veel bedrijven direct afhankelijk zijn van ecosysteemdiensten.
Kritisch waren vooral milieuorganisaties. Jutta Paulus, lid van het Europees Parlement, noemde het voorstel “absurd” en herinnerde eraan dat de Europese Ombudsvrouw onlangs scherpe kritiek uitte op de aanpak van de Commissie. Haar collega, Sara Matthieu, waarschuwde dat de nieuwe regels verder gaan dan alleen sneller vergunningen voor elektriciteitsnetwerken en mogelijk nieuwe wegen en woonprojecten mogelijk maken.
Volgens Sergiy Moroz van de European Environmental Bureau (EEB) zouden de voorgestelde regels de waterbeschermingsmaatregelen ondermijnen. Hoewel niet expliciet opgenomen in het pakket, geeft de Commissie aan dat de waterkwaliteitsrichtlijn mogelijk binnenkort wordt herzien.
Bespreekbaar is ook de vraag of de Water Framework Directive wordt aangepast; de Commissie kondigde aan dat hier binnenkort een “stress-test” op zal plaatsvinden. Voorstanders binnen het politieke spectrum, zoals het conservatieve Europees Volkspartij, spraken hun goedkeuring uit, al betreurde Peter Liese het ontbreken van bepalingen over de controversiële Vogel- en Habitatrichtlijn. De Commissie liet weten dat deze richtlijnen voorlopig onder de loep worden genomen, samen met de Water Framework Directive, die samen de kern vormen van de EU-natuurwetgeving.









