Huidige investeringen en de obstakels in Europa
De investering van Europa in hersengezondheid is op dit moment niet toereikend; het gefragmenteerde financieringslandschap belemmert een krachtiger strategisch effect. De regio staat voor een belangrijk keerpunt in haar beleid voor het investeren in hersengezondheid, aangezien beleidsmakers geconfronteerd worden met een groeiend gat tussen onderzoeksambities en de toenemende maatschappelijke last van neurologische en mentale aandoeningen.
Deze aandoeningen vormen nu een van de complexste en kostbaarste uitdagingen voor gezondheidszorgsystemen. Er wordt steeds meer druk uitgeoefend op Brussel en de nationale overheden om te laten zien of de huidige financieringsstructuren voldoende schaal en lange-termijnplanning bieden voor de onderzoeksvelden. Centraal in het debat staat een prangende vraag: investeert Europa genoeg, en kan het zelfs kwantificeren wie wat uitgeeft?
De wereldwijde en Europese context van hersenonderzoek
Wereldwijd zijn neurologische en mentale aandoeningen de meest voorkomende oorzaak van overlijden en invaliditeit. Desondanks blijft de investeringslijn van Europa ongelijkmatig. Sinds 2014 bedraagt de EU-financiering voor hersengezondheid en innovatie in totaal 7,4 miljard euro, wat net onder de 8,1 miljard euro voor oncologie ligt, ondanks het ontbreken van strategische instrumenten zoals missieprogramma’s die de kankeronderzoeken hebben versneld. Wanneer meerdere programma’s worden meegenomen, komt de totale EU-uitgaven op 9,2 miljard euro, maar deze cijfers omvatten enkel de uitgaven van Brussel en niet de nationale budgetten. Het is moeilijk om een samenhangende inschatting te maken van de totale Europese uitgaven voor hersengezondheid. De EU-kaderprogramma’s vormen ongeveer 6 procent van het totale onderzoek en innovatiebudget van het continent, wat zowel de omvang van de nationale inspanningen als de bestaande ondoorzichtbaarheid benadrukt.
Vergelijking met de Verenigde Staten
De spanning tussen Europa en de Verenigde Staten wordt duidelijker wanneer deze wordt bekeken in het licht van de investering in hersenonderzoek. In de VS profiteert dit onderzoek van een hogere en stabielere financiering. Volgens analyses door The Transmitter verdubbelde het NIH-budget voor neurowetenschappen tussen 2008 en 2024, van 4,2 miljard dollar naar 10,5 miljard dollar, wat betekent dat de VS in 2024 alleen al 10,5 miljard dollar uitgaf aan onderzoek gerelateerd aan neurowetenschappen. Echter, een directe vergelijking wordt bemoeilijkt door het gefragmenteerde landschap van Europa en verschillen in classificatiesystemen, die overlappende projecten toekennen aan slechts één categorie.
Desondanks is de kernstructuur duidelijk: de VS volgt een gecentraliseerd, langetermijn investeringsmodel, terwijl Europa’s inspanningen meer verspreid zijn. Het EU Life Sciences Strategy, gebaseerd op rapporten van Heitor, Letta en Draghi, waarschuwt dat fragmentatie, investeringsgap en ontoereikende vervolgfinanciering de schaalbaarheid van onderzoek, omzetting van innovatie en het aantrekken van klinische proeven op wereldniveau blijven belemmeren.
De noodzaak voor hogere inzet en strategische keuzes
Europa moet nu beslissen of hersengezondheid een secundair onderzoeksdomein blijft of uitgroeit tot een duidelijke pijler binnen haar life sciences- en strategische concurrentiepositie. De Amerikaanse Brain Research Through Advancing Innovative Neurotechnologies (BRAIN) Initiative zal in 2025 ongeveer 81 miljoen dollar verliezen door een afname van financiering via de 21st Century Cures Act.
Ondanks de aanpassing vertegenwoordigt neurowetenschap bijna een derde van het NIH-onderzoeksbudget, wat de diepte van de Amerikaanse inzet onderstreept. Voor Europa zou dit moment moeten dienen als een katalysator, in plaats van slechts een vergelijking. Investeren in hersengezondheid is niet alleen een wetenschappelijke prioriteit, maar essentieel voor de concurrentiekracht, veerkracht en lange-termijnveiligheid van Europa. Indien Europa wil uitgroeien tot ’s werelds meest aantrekkelijke bestemming voor life sciences tegen 2030, zou het niet opschalen en verankeren van investeringen in hersengezondheid die ambitie ondermijnen.
Economisch belang en globale bewegingen
De Canada Brain Economy Declaration herdefinieert hersengezondheid als een economische activum en betoogt dat samenlevingen lang de hersenkapitalen hebben onderschat. Eveneens onderstreept het World Economic Forum’s Brain Economy Action Forum, dat in januari in Davos aanbevelingen zal uitbrengen, dat de wereld zich meer richt op hersengezondheid als infrastructuur voor de economie.
Structuurele uitdagingen en de weg vooruit
In tegenstelling tot oncologie blijft hersenonderzoek inherent risicovol. Veel neurologische en psychiatrische aandoeningen missen gevalideerde biomarkers, duidelijke therapeutische doelwitten en robuuste eindpunten. Zoals het Innovative Health Initiative (IHI) aangeeft, vertragen biologische complexiteit, vertaaluitdagingen en ontoereikende diagnostische hulpmiddelen de ontwikkeling. Een noodzakelijke nieuwe aanpak voor klinische proeven bij hersenaandoeningen is urgent.
Deze obstakels maken samenwerking tussen meerdere belanghebbenden noodzakelijk. De EU is daarom bezig met de European Partnership for Brain Health (EP Brain Health), een tienjarig initiatief dat de EU-kaderfinanciering wil aligneren met bijdragen vanuit lidstaten, om fragmentatie tegen te gaan en continuïteit te verzekeren buiten de normale programmacycli. De samenwerking brengt financiers uit 33 landen bijeen, gericht op fundamenteel, translatoir en klinisch onderzoek. Volgens Ulrike Bußhoff bedraagt het geplande budget ongeveer 500 miljoen euro, waarin nationale bijdragen en 150 miljoen euro van de EU worden gecombineerd.
Het hoofddoel is het versterken van coördinatie en lange-termijnplanning, niet het vergroten van de financieringsomvang. Frédéric Destrebecq, directeur van het European Brain Council, zegt dat het project op de juiste weg is, maar dat verdere steun nodig is van andere financieringsbronnen zoals de Europese Investeringsbank en het European Investment Fund, en dat private kapitaal via publiek-private partnerschappen sterker moet worden gemobiliseerd.
De rol van publiek-private samenwerking (PPP)
Alleen publiek geld zal de kloof in investeringen voor hersengezondheid niet dichten. Een kernonderdeel van de aanpak van Europa is het gebruik van publiek-private partnerschappen (PPP’s) om innovatie te de-riskeren en de vertaling naar klinische toepassing te versnellen. Volgens het IHI brengen PPP’s universiteiten, industrie, kleine en middelgrote ondernemingen, patiëntenorganisaties en regelgevers samen rond gedeelde doelen, wat grootschalige samenwerking mogelijk maakt en de overgang van onderzoek naar praktijk versnelt. Bovendien bieden ze een neutrale omgeving voor dialoog met regelgevers en het verantwoord gebruik van gezondheidsgegevens.
Het IHI verbetert deze rol verder door het ontwikkelen van regelgevende sandbox-omgevingen die PPP’s positioneren als centrale spelers bij het testen en opschalen van nieuwe gezondheidsinnovaties.
Toekomstbestendige financieringsstructuren
De onderhandelingen over het nieuwe Meerjarig Financieel Kader (2028–2034) lopen nog, maar de Europese Commissie signaleert dat hersengezondheid binnen het toekomstige onderzoeksbeleid een doorlopende prioriteit blijft. Een woordvoerder van de Commissie benadrukte dat onderzoek naar hersengezondheid al geruime tijd een prioriteit van de EU is. De structuur en prioriteiten van het toekomstige programma worden momenteel besproken, waarbij onder meer het naleven van de beleidsagenda’s rondom samenwerking en innovatie centraal staan.
Het voorstel van de Commissie bevat steun voor gezamenlijk onderzoek en innovatie binnen pijler II (Concurrentievermogen en Samenleving), onder meer via beleidswinden zoals ‘Gezondheid, Biotech, Landbouw en Bio-economie’, wat relevant kan zijn voor hersengezondheidsresearch. Daarnaast worden additional funding streams verwacht, zoals het European Research Council (ERC) en het European Innovation Council (EIC), die nieuwe mogelijkheden kunnen bieden voor zowel academisch onderzoek als translatie. Ook wordt voor de eerste zeven jaar een specifiek kanaal voorzien voor gezamenlijke transnationale calls, inclusief het lanceren van twee ontwerpoproepen in 2026 voor multidisciplinaire translatieprojecten. De komende jaren zullen cruciaal bepalen of Europa hersenonderzoek permanent als strategisch prioriteit verankert of blijft achterblijven bij wereldwijde investeringsleiders. De koers is helder. Of de omvang zal volgen, is de belangrijkste vraag.









