De voortdurende aanwezigheid van dodelijke dosistests in Europa
Hoewel het jaar 2025 bijna ten einde loopt, blijft Europa geconfronteerd met een praktijk die bijna een eeuw oud is: het testen van dodelijke doses op dieren. Ondanks tientallen jaren van wetenschappelijke vooruitgang en de ontwikkeling van niet-dierlijke alternatieven, is deze methode, die voor het eerst werd geïntroduceerd in 1927, nog steeds verankerd in de EU-regelgeving voor chemische veiligheid. De wetenschappelijke gemeenschap en dierenwelzijnsorganisaties pleiten al langere tijd voor een herziening van deze praktijk, die nog steeds een prominente rol speelt in de regelgeving.
De beweging voor verandering en politieke vooruitgang
Een belangrijke ontwikkeling werd hervonden in een recent overleg in het Europees Parlement. Jay Ingram, directeur chemisch beleid bij Humane World for Animals (HWA), beschrijft deze bijeenkomst als een keerpunt. “Het was een nuttig gesprek,” zegt hij. “We hadden een open dialoog met verschillende belanghebbenden en kregen inzicht in de plannen van de Europese Commissie voor de herziening van de REACH-verordening, die sinds 2006 niet is aangepast.”
Volgens Ingram zorgde de bijeenkomst voor “een positieve energie en vertrouwen dat verandering mogelijk is.” Toch benadrukt hij dat de situatie nog steeds onzeker is door de complexiteit van de wetgeving. “Er moet eerst gestemd worden binnen de REACH-commissie om de voorgestelde aanpassingen te bevestigen. Tot die tijd bevinden we ons in een soort limbo,” voegt hij toe. Voor HWA is het van groot belang dat lidstaten deze veranderingen ondersteunen, niet alleen voor het heden, maar vooral voor de lange termijn, inclusief volksgezondheid en milieubescherming.
De bredere uitdaging binnen de Europese wetgeving
Antigoni Effraimidou, senior beleidsstrateeg bij HWA, waarschuwt dat het gebruik van dodelijke dosistests niet uitsluitend onder REACH valt. “Dit type testmethode wordt ook in andere EU-wetgevingen gebruikt,” zegt zij. Daarom is de ontwikkeling van een duidelijke routekaart door de Commissie essentieel. Deze routekaart moet de ontwikkeling en acceptatie van niet-dierlijke methoden versnellen, zodat deze in alle relevante chemische veiligheidskaders kunnen worden geïntegreerd.”
Effraimidou legt uit dat voor een effectieve implementatie REACH flexibel moet worden ontworpen. “Het moet zo worden ingericht dat de stappen uit de routekaart kunnen worden meegenomen, zodra ze beschikbaar zijn. Zo kunnen wetenschappelijke vorderingen snel en consequent worden toegepast in de gehele EU-regelgeving voor chemische veiligheid.”
Regelgevende obstakels en de voortgang van de hervorming
Het proces verloopt niet zonder problemen. De eerste impactbeoordeling door de Commissie, een vereiste voor het indienen van formele voorstellen, werd afgewezen door de Regulatory Scrutiny Board. Effraimidou wijst op onzekerheid over de exacte redenen, maar geeft aan dat de goedkeuringscommissie onvoldoende administratieve vereenvoudigingen zag of de last voor de industrie te groot vond. De herziene plannen zullen onder andere nieuwe gevarencategorieën omvatten, zoals hormonale ontregeling en bepaalde polymeren. Deze wijzigingen worden als noodzakelijk beschouwd, maar brengen mogelijk meer verplichtingen voor de industrie met zich mee. De Commissie bereidt momenteel een tweede versie van de impactanalyse voor, waarna de voorstellen verder kunnen worden uitgewerkt.
Waarom nu deze verandering?
Historisch gezien heeft dierenwelzijn niet altijd prioriteit gehad bij EU-regelgeving. De recente beweging wordt gedeeltelijk verklaard door de bredere voordelen, die verder gaan dan ethische overwegingen. “Het is een voordeel voor iedereen,” zegt Ingram. “Naast het verbeteren van dierenwelzijn biedt het snellere, betere en transparantere beleidsbesluiten voor toezichthouders, wat zowel de industrie als de burgers ten goede komt. Het bevordert een holistische aanpak in chemisch veiligheidsbeheer, die de blootstelling van de mens aan chemicaliën en de effecten in het menselijk lichaam beter weergeeft.”
Vanuit milieuperspectief biedt deze aanpak ook meer inzicht in de mechanismen die ten grondslag liggen aan toxiciteit.
Wetenschap, vereenvoudiging en technologische innovaties
Sommige regulatoire instanties vrezen dat niet-dierlijke methoden complexiteit kunnen toevoegen. Ingram wijst dat van de hand: “Integendeel, dit is een kans voor de industrie om te vereenvoudigen zonder in te leveren op veiligheid.”
Computational tools kunnen traditionele testen vervangen, wat tijd en kosten bespaart. Bijvoorbeeld, CATMoS – het Collaborative Acute Toxicity Modelling Suite – ontwikkeld door het Amerikaanse National Toxicology Program, verschaft snel resultaten en vereist geen dierproeven. “Het is gratis open-source software, waarmee je snel en kostenefficiënt onderzoek kunt doen,” legt Ingram uit.
HWA ontwikkelt ook andere hulpmiddelen, zoals de Last Resort Decision Tree, dat prioriteit geeft aan niet-dierlijke methoden bij toxiciteitsbepaling. Het proces begint met bestaande gegevens, gevolgd door computermodellen zoals CATMoS en, indien nodig, cellulaire tests. “Bij de meeste gevallen kunnen we hiermee beslissingen nemen zonder dieren te gebruiken,” zegt Ingram.
De campagne voor verandering en publieke betrokkenheid
Naast technologische oplossingen voert HWA campagnes om publieke en politieke steun te vergroten. Een daarvan is de “Lethal Dose”-campagne, die de aandacht vestigt op het gebruik van verouderde en onmenselijke testmethoden en oproept tot adoptie van moderne, niet-dierlijke alternatieven. “De dodelijke dosis-test werd ontwikkeld in 1927 en bestaat al bijna 100 jaar, maar wordt nog steeds in talrijke regels toegepast,” aldus Effraimidou.
De campagne stelt dat deze methoden niet alleen dierenleed veroorzaken, maar ook geen waardevolle inzichten bieden over menselijke en milieugevaren. Door niet-dierlijke technieken te integreren in de herziening van REACH, streeft HWA naar een snellere overgang naar een ethischer en wetenschappelijk verantwoorder systeem.
De weg vooruit
De komende maanden zullen bepalend zijn. Bij goedkeuring van de herziene impactanalyse door de Regulatory Scrutiny Board kunnen de formele voorstellen snel volgen. Toch blijft consensus onder lidstaten onzeker, en zorgen over kosten en complexiteit kunnen de voortgang vertragen. Voor HWA is het duidelijk dat het uiteindelijke doel is om dodelijke dosistests volledig af te schaffen. Hoe snel dat gebeurt, hangt af van politieke wil, de kwaliteit van regelgeving en de wetenschap die geloofwaardige alternatieven kan leveren.









