De rol van de Europese Unie in het beperken van regelgeving
De Europese Unie bereidt zich voor op de afronding van een versoepelde versie van een richtlijn die eisen stelt aan de controle op mensenrechten en milieueffecten binnen supply chains. Dit gebeurt temidden van een afgebakende sanitaire cordon around de far right en onthullingen over intensieve beïnvloeding door Amerikaanse lobbyisten. Het is nog onduidelijk of de laatste onderhandelingsronde, die vanavond plaatsvindt tussen de regeringsvertegenwoordigers en het onderhandelteam van het Europees Parlement, zal leiden tot een akkoord dat door de lidstaten en het parlement wordt geratificeerd.
De inhoud en scope van de aangekondigde regelgeving
De richtlijn, bekend als de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD), werd in maart 2024 aangenomen en moet in 2026 in werking treden. Kort daarna werd de wet onderdeel van een pakket van vereenvoudigingsmaatregelen onder leiding van Ursula von der Leyen’s tweede Europese Commissie, die de nadruk legt op industriële concurrentiekracht en deregulering. Het oude voorziet dat de richtlijn van toepassing is op bedrijven met meer dan 1.000 werknemers en een omzet van minimaal €450 miljoen. Nu is de limiet verlaagd naar bedrijven met meer dan 5.000 werknemers en een omzet van ten minste €1,5 miljard.
De onderhandelaars stemmen ook af over het al dan niet afschaffen van civiele aansprakelijkheid bij schendingen. De oorspronkelijke bedoeling was dat bedrijven verantwoordelijk worden gehouden voor schade aan mensen en ecosystemen, inclusief het betalen van compensatie aan slachtoffers. In de huidige voorstellen wordt de civiele aansprakelijkheid verwijderd, wat betekent dat bedrijven niet verplicht worden slachtoffers schadeloos te stellen.
Verschillen in aanpak van mensenrechten en milieudue diligence
Een van de meest opvallende punten van verschil ligt in de bepaling van de verantwoordelijkheden op het gebied van mensenrechten en milieubescherming. Het Europees Parlement stelt dat bedrijven mogelijk een zakelijke relatie moeten opschorten wanneer de partner negatieve effecten heeft op mensenrechten of het milieu, maar dit is niet bindend. Het voorstel van de Raad is dat bedrijven in dat geval ‘moeten’ handelen, wat betekent dat het een uiterste maatregel zou zijn.
Bij de klimaattransitieplannen ligt de discussie vooral in de vraag of bedrijven verplicht moeten worden om zo’n plan op te stellen of dat zij alleen ‘redelijke inspanningen’ moeten leveren om klimaatdoelstellingen te behalen. Terwijl het oorspronkelijke voorstel bedrijf verplichtte om een transitieplan te ontwikkelen en de inspanningen te maximaliseren, wordt nu gekeken naar meer flexibele benaderingen.
De sancties en de rol van lobbygroepen
Als bedrijven niet voldoen aan de nieuwe regels, introduceert de Raad een maximumbedrag van 5% van de netto-omzet als maximum voor boetes. Het Europees Parlement stelt voor om op dit vlak nog verder uit te stellen en de Europese Commissie richtlijnen te laten geven over de juiste sanctiehoogte. De invloed van de zakelijke lobby is in deze discussie onmiskenbaar. De sector heeft vanaf het begin grote bezwaren geuit tegen de voorgestelde regels, vooral omdat die volgens hen te veel de nadruk leggen op duurzaamheid in plaats van op concurrentievermogen.
Vorige maand brak een alliantie tussen rechtse en extreemrechtse fracties door het parlement te laten beslissen over de wet, wat een historische breuk betekende met het gebruikelijke cordon sanitaire rond extremistische en nationalistische partijen. Daarnaast onthulde een onderzoek van het onderzoekscentrum Somo dat een groep van elf Amerikaanse multinationals actief campagne voerde om via Brussel en lidstaten invloed uit te oefenen op de regelgeving. Deze coalitie, bestaande uit fossiele brandstofgiganten zoals ExxonMobil, Chevron en TotalEnergies, alsook bedrijven als Honeywell en JPMorgan Chase, probeerde beleidsmakers te beïnvloeden door directe contacten en het inzetten van PR-bureau Teneo.
De uitkomst van de onderhandelingen en de politieke steun
Wanneer de onderhandelingstafel vanavond om 19:00 uur bijeenkomt, wordt verwacht dat Jörgen Warborn, het capitol van de EPP in het parlement, de steun krijgt van de extreemrechtse fracties om de positie te verdedigen, ondanks mogelijke tegenstand van andere lidstaten. Pascale Piera, lid van de Patriots for Europe, bevestigde haar aanwezigheid bij de gesprekken. Het voornaamste doel van de Raad is om terug te keren naar een minder extremistische positie op het gebied van deregulering, mogelijk door de invloed uit te oefenen van de zogenaamde ‘Venezuela coalitie’, een groep die zich eerder uitdrukking gaf voor een politieke alliantie met de status van democratisch gekozen leider en de ondergang van de politieke koers.
De vraag blijft of de bredere fractie van de EPP de uitkomst van vanavond zal accepteren bij deelname aan de eindstemming in het plenaire Parlement.








