De ambitie en de ambitieus gestelde doelen voor waterstofproductie
De Europese Unie heeft zich ten doel gesteld om tegen het einde van dit decennium een capaciteit van 40 gigawatt (GW) aan elektrolyzers te realiseren. Deze apparaten gebruiken elektrische stroom om water te splitsen in waterstof en zuurstof. Wanneer de gebruikte elektriciteit afkomstig is van hernieuwbare bronnen zoals wind- of zonne-energie, wordt de geproduceerde waterstof aangeduid als “groen”.
In de context van nationale doelen die door EU-landen zelf zijn vastgesteld, kan de totale beoogde capaciteit oplopen tot 54 GW. Deze cijfers weerspiegelen jarenlange hype rondom waterstof, die grote belangstelling heeft getrokken in de hoofdsteden van de lidstaten.
De realiteit versus de verwachtingen
Ondanks de doelstellingen en miljardeninvesteringen, is er na ongeveer twintig miljard euro aan subsidies slechts een fractie van de geplande capaciteit gerealiseerd. Tot nu toe is er slechts 300 megawatt (MW) aan elektrolyzers gebouwd, wat neerkomt op slechts 0,5% van de intermediate 2024-doelstelling van 6 GW. Dit is een stevige tegenvaller, vooral gezien de enorme inspanningen en milieu-inspanningen die worden geleverd.
Volgens een recent rapport van de Europese energietoezichthouder ACER is er zelfs een vertraging te zien, ondanks een toename van de capaciteit met 51% vorig jaar. Dit versterkt de indruk dat de voortgang achterblijft bij de oorspronkelijke ambities.
De kosten en perceptie van “groene” waterstof
Daarnaast blijken de voorspellingen dat groene waterstof, met een productie doelstelling van 10 miljoen ton per jaar tegen 2030, snel kosteneffectief zou worden, niet uit te komen. De verwachtingen dat waterstof uit hernieuwbare bronnen kostentechnisch vergelijkbaar zou worden met waterstof uit aardgas, die wordt beschouwd als “fossiel” waterstof, zijn niet ingelost.
Het kost momenteel ongeveer vier keer zoveel om groene waterstof te produceren dan uit fossiele bronnen, waaruit grote hoeveelheden broeikasgassen vrijkomen. De productie kost ongeveer €8 per kilogram. ACER voorziet dat deze kostenefficiëntie de komende jaren niet zal verbeteren, althans niet op korte tot middellange termijn.









