De geheime strijd tegen HIV: waarom Europese diagnoses te laat plaatsvinden

Uitgestelde diagnoses en de impact op de gezondheidszorg

Volgens een recent rapport krijgen bijna de helft van de Europeanen met hiv niet vroeg genoeg een diagnose, waardoor ze pas later in het ziekteproces worden ontdekt. Deze vertragingen beperken de tijdige toegang tot effectieve antiretrovirale behandelingen en dragen bij aan onzichtbare overdracht van het virus. Het rapport, opgesteld door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC), wijst uit dat in 2024 ongeveer 48% van de hiv-patiënten in de EU laat gediagnosticeerd zijn. Dit fenomeen draagt bij aan het uitstellen van behandelmomenten en het toegenomen risico op verdere verspreiding.

De noodzaak van vernieuwing in teststrategieën

Volgens Pamela Rendi-Wagner, directeur van de ECDC, is het dringend noodzakelijk dat de EU haar teststrategie heroverweegt. Ze pleit voor de invoering van community-gebaseerde testing en zelftesten, naast snelle doorverwijzing naar zorg. Rendi-Wagner benadrukt dat het alleen mogelijk is om AIDS uit te bannen als mensen hun status kennen. De huidige aanpak lijkt onvoldoende en moet worden uitgebreid met nieuwe methoden die sneller en toegankelijker zijn voor verschillende bevolkingsgroepen.

Het groeiende onzichtbare crisis en uitdagingen in diagnose

Hans Kluge, hoofddeskundige van de WHO voor Europa, waarschuwt dat de toenemende groep mensen met onbehandeld HIV een stille crisis vertegenwoordigt. Tegelijkertijd is het onderzoek naar nieuwe diagnostische hulpmiddelen en behandelingen in de EU niet geëvolueerd. Sommige studies suggereren dat eenvoudige testmethoden, outreach-programma’s voor risicogroepen, en uitbreiding van PrEP (pre-expositieprofylaxe), samen met beleggingen in een experimenteel HIV-vaccin, de situatie aanzienlijk kunnen verbeteren.

Dispariteiten en barrières in de diagnose

De ECDC meldt dat mannen die seks hebben met mannen de hoogste (48%) overdrachtspercentages rapporteren. Echter, cijfers voor heteroseksuele koppels en mensen die drugs injecteren stijgen ook. Volgens Mette Petersen, directeur van het kantoor van het Europees Rode Kruis, vormen barrières zoals dakloosheid, middelenmisbruik en detentie grote obstakels voor tijdige testing. Mensen met een migratieachtergrond en personen die rondzwerven ondervinden ook meer moeilijkheden bij het bepalen van hun hiv-status.

EU-doelstellingen en de kloof tussen beleid en praktijk

De EU ligt achter op de doelstellingen van de VN, die bepalen dat tegen 2030 minstens 95% van de mensen met HIV moet worden gediagnosticeerd, behandeld en virale lading onder controle gebracht. Om deze doelstellingen te halen, moet een delicate balans worden gevonden tussen medische behandeling en basismaatregelen zoals primaire preventie en stigma-bestrijding. De huidige teststrategieën moeten worden herzien door meer organisaties en maatschappelijke groeperingen te betrekken, en door meer opties voor thuis testen te bieden.

Verdeelde Europese aanpak en mondiale afhankelijkheid

Teymur Noori, HIV-expert bij het ECDC, zegt dat er zorgen bestaan over de diepe west-oost verdeeldheid binnen de EU. Sommige landen, zoals Nederland en België, doen het goed, maar grote ongelijkheden blijven bestaan. Het recente terugtrekken van de Amerikaanse overheid uit de financiering van AIDS-programma’s onderstreept de afhankelijkheid van overheden voor antiretrovirale therapieën en HIV-respons, ook in landen zoals Georgië en Oekraïne. Volgens de laatste gegevens van UNAIDS zijn veel Oost-Europese landen sterk afhankelijk van externe financieringsbronnen voor hiv-preventieprogramma’s.