Van klimaat naar veiligheid: een nieuwe koers voor ESA
Tijdens een onlangs gehouden bijeenkomst in Bremen hebben ministers uit de 23 lidsteden van de Europese Ruimtevaartorganisatie (ESA) hun steun uitgesproken voor een investering van 22 miljard euro. Deze beleidswijziging markeert een overgang van een oorspronkelijke focus op klimaatonderzoek en observatie naar een nadrukkelijke aandacht voor defensie en nationale veiligheid.
In plaats van zich slechts te richten op wetenschappelijke projecten, zullen de discussies deze keer vooral draaien om het beschermen van orbitale activa en het inzetten van satellietsystemen voor verkenning. Dit gebeurt in een context waarin militaire uitgaven binnen Europa toenemen, maar nog steeds relatief beperkt blijven in vergelijking met andere gebieden.
Hoewel de meeste van de 22 miljard euro bedoeld is voor civiele initiatieven, zoals wetenschappelijke observaties, biedt de toename van nationale defensiebudgetten nieuwe kansen voor ruimte-gerelateerde geneesmiddelen. Volgens ESA-directeur-generaal Josef Aschbacher groeit de defensiebegroting in Europa, maar blijft de uitgave aan ruimte-gerelateerde defensieactiviteiten relatief laag. Momenteel komt slechts 0,07% van het bruto binnenlands product (bbp) in Europese landen terecht in ruimte-gerelateerde defensie-uitgaven, terwijl het NATO-doel `5% van het bbp` voor defensie in zicht is.
Veranderingen in het Europese defensiebeleid en ruimte-investeringen
De situatie begint te verschuiven nu landen zoals Duitsland, dat recent Frankrijk voorbijstreek als grootste financier, plannen annonceert voor een ruimte- en defensieprogramma van 35 miljard euro. Ook Canada, dat sinds 1979 lid is van ESA, verhoogt haar bijdrage tijdens de bijeenkomst in Bremen.
Een opvallend nieuw initiatief is het voorstel voor een gezamenlijk budget van 1 miljard euro voor de voorbereiding van een nieuw verkenningssatellietnetwerk, het zogenaamde European Resilience from Space. Dit project wordt in samenwerking met de Europese Commissie gefinancierd en bedoeld om de Europese capaciteiten op het gebied van ruimteverkenning en nationale defensie te versterken.
Het model van ESA, dat aanspoort tot bijdragelevering door lidstaten, speelt hierin een belangrijke rol. Dit systeem, bekend als ‘geo-terugkerend systeem’, zorgt ervoor dat landen contracten verkrijgen die gelijk zijn aan hun financiële bijdrage. Hierdoor worden nationale belanghebbenden vooral gestimuleerd lobbywerk te verrichten bij hun eigen regeringen om meer ruimte- en defensieprojecten te ondersteunen.
De geopolitieke implicaties en de evolutie van ESA’s missie
Voorafgaand aan de recente ontwikkelingen zouden dergelijke uitspraken over defensie in ESA-kringen ondenkbaar zijn geweest. Tot 2022 lag de aandacht vooral op klimaatinitiatieven. Ludwig Moeller, directeur van het European Space Policy Institute in Wenen, merkt op dat sinds de invasie van Oekraïne door Rusland de thema’s rondom veiligheid en defensie naar de voorgrond zijn verschoven.
Historisch gezien was ESA voornamelijk actief in wetenschappelijke programma’s, vaak samenwerkend met NASA en Rusland’s Roscosmos, onder meer voor verkenning en satellietprojecten. Ook traint ESA de Europese astronauten en initieert militaire en civiele projecten op het gebied van de ruimtevaart. Echter, de recente geopolitieke spanningen en de oorlog in Oekraïne hebben geleid tot een heroverweging of de organisatie zich nu ook actief kan inzetten voor defensiegerelateerde taken, ondanks haar officiële missie van vreedzame doeleinden die in 1975 werd vastgesteld.
Volgens Aschbacher leidt deze discussie tot een ontwikkeling waarin defensie in Europa niet langer een taboe is binnen ESA, en waarin de organisatie haar rol ziet verschuiven naar een meer geïntegreerde benadering van ruimte en veiligheid.









