Toenemende politieke en operationele druk op de samenwerking
Het afgelopen jaar markeerde een serie symbolische mijlpalen binnen de relatie tussen de Europese Unie en Kazachstan. Zo vierden beide partijen het tiende jaar van hun Versterkte Partnerschap en Samenwerkingsovereenkomst (EPCA), terwijl tijdens de 22e EU-Kazachstan Samenwerkingsraad in Brussel de voortgang werd besproken. Belangrijke onderwerpen waren onder meer connectiviteit, kritieke grondstoffen, economische samenwerking, hervormingen en de start van onderhandelingen over visa-verlening. Tevens waren ontwikkelingen rondom regionale veiligheid en Kazachstans binnenlandse moderniseringsagenda prominent aanwezig.
Kaja Kallas, EU-hoofd Vertegenwoordiger, beschreef de bijeenkomst als teken van een toenemende politieke zwaarte, onder meer omdat het voor het eerst was dat de Samenwerkingsraad op zo hoog niveau werd gehouden. Volgens haar gaf dit een signaal af dat de EU een steeds strategischere relatie met Kazachstan opbouwt.
Daarnaast versterkte de EU haar focus op Centraal-Azië door middel van de Global Gateway-initiatieven en hoge-ambtelijke betrekkingen. Kazachstan positioneerde zich op haar beurt als een voorspelbare en hervormingsgerichte partner. De nadruk lag op regelgevingswijzigingen, diplomatie die zich richt op de buitenwereld en versnelde investeringen via de Trans-Caspische Corridor.
De verwachting is dat deze ontwikkelingen de capaciteit van beide partijen op de proef stellen. Astana groeit in verwachtingen, terwijl Brussel onder toenemende druk staat om te laten zien dat haar financiële instrumenten, projecten en besluitvormingstijden gelijke tred kunnen houden. Voorafgaand aan een bezoek van de Europese Raad-voorzitter António Costa benadrukte hij dat de volgende fase van de relatie vooral door ‘implementatie, sterkere waardeketens en concrete gezamenlijke projecten’ gekenmerkt moet worden, wat de druk op het leveren in 2026 verhoogt.
Visa-regeling centraal in 2026
Een van de belangrijkste dossiers die de koers van 2026 zullen bepalen, is het faciliteren van visa. Na de Samenwerkingsraad van 2025 bereikten de EU en Kazachstan overeenstemming over het starten van onderhandelingen over een Visa Faciliteringsakkoord en een Readmissie-overeenkomst. De onderhandelingen worden volgend jaar voortgezet in Astana.
Voor Kazachstan is vooruitgang op het gebied van visa niet alleen praktisch relevant, maar ook symbolisch. Het toont vertrouwen en een betere afstemming op Europese normen. Vanuit Brussel biedt dit een zeldzame kans om de samenwerking te verankeren in het dagelijks leven van studenten, onderzoekers, zakenreizen en professionals. Kazachse functionarissen zien het als een potentieel keerpunt, waarbij het gemakkelijker wordt voor Kazachstan om een significante versoepeling van korte-termijnvisumprocedures te verkrijgen. Dit zou een van de meest concrete resultaten zijn die de EU tot nu toe aan de regio heeft aangeboden.
Uitvoering van connectiviteitsprojecten in 2026
Het Midden-Corridorproject blijft in 2026 centraal staan, maar de retoriek krijgt meer inhoud door een kritischer blik. De EU heeft zich verbonden om de trans-Caspische route te ondersteunen via het Team Europe-initiatie en financieringskaders van de Global Gateway. Kazachstan heeft ondertussen snel nationale investeringen gedaan.
De vraag is of de EU-financiering en coördinatie zullen leiden tot zichtbaar resultaat. De opening van een regionaal kantoor van de Europese Investeringsbank in Tasjkent begin 2026 zou kunnen helpen om projecten sneller te ontwikkelen en investeringsbeslissingen te versnellen. De verwachtingen hangen sterk af van hoe snel projecten verder komen dan haalbaarheidsstudies, en de voortgang van initiatieven zoals digitale douanesystemen, havenupgrades en groene logistiek wordt een praktijktest van de uitvoeringscapaciteit van de EU.
Hoe betrouwbaar is de EU op het gebied van kritieke grondstoffen?
De routekaart voor kritieke grondstoffen van de EU en Kazachstan voor 2025-2026 komt volgend jaar in een beslissende fase. Kazachstan produceert al 21 van de 34 grondstoffen die onder de EU’s Critical Raw Materials Act (CRMA) vallen, en wordt zo als een belangrijke partner gezien in de strategie voor diversificatie van Europa.
EU-functionarissen hebben de belangen duidelijk aangegeven. Commissaris voor Internationale Partnerschappen Jozef Síkela noemde Kazachstan een ‘natuurlijke partner’ voor de grondstofbehoeften van Europa, gekoppeld aan bredere industriële en groene transitie-doelstellingen. Desalniettemin blijft de private Europese investering voorzichtig. Voor een verdieping van de samenwerking moeten in 2026 concrete signalen komen: afronding van haalbaarheidsstudies, het ontstaan van co-financieringsstructuren of ten minste één pilotproject dat richting een definitieve investeringsbeslissing gaat.
Zelfs beperkte vooruitgang op grote projecten zou veelzeggend zijn en aangeven of Europese partnerschappen op het gebied van grondstoffen kunnen evolueren van beleidskaders naar financierbare ondernemingen.
Een bredere test voor het buitenlands beleid van de EU
Naast sectorale prioriteiten kan 2026 mogelijk een fase van meer gestructureerde politieke samenwerking inluiden, met intensievere betrokkenheid op het gebied van klimaatbeleid, energietransitie, digitale governance en onderzoek. Deze gebieden overlappen steeds meer met Kazachstans hervormingsagenda en de strategische belangen van de EU in de regio.
De duurzaamheid van de samenwerking hangt echter af van de daadwerkelijke resultaten. Facilitering van visa, steun voor corridor-projecten, grondstoffenbeleid en regelgevingsbetrokkenheid bieden beide zijden kansen en risico’s die een stevig testmoment vormen.
Als 2025 het jaar van signaling was, wordt 2026 het jaar waarin de geloofwaardigheid op de proef wordt gesteld. Kazachstan heeft aangegeven snel te willen handelen. Of de EU dat tempo kan bijhouden, bepaalt of deze samenwerking uitgroeit tot een van de belangrijkste engagementen van Brussel in Eurazië, of dat het een voorbeeld blijft waar ambitie niet wordt omgezet in uitvoering.









