De Cruciale Rol van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid in de Overgang Naar Dierwelzijn en Cagevrije Sustaine Systemen

De prioriteit van het CAP voor dierenwelzijn en de financiële prikkels

Volgens Tilly Metz, lid van het Europees Parlement voor de Groenen, moet het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) een centrale rol spelen bij het ondersteunen van de overgang naar meer duurzame en dierenwelzijnsvriendelijke landbouwsystemen. Ze gaf aan dat de financiering en de stimulansen binnen het beleid gericht moeten worden op boeren die hogere dierenwelzijnsnormen invoeren. Hoewel de European Commission heeft beloofd dat haar voorstellen na 2027 voor een eerlijk systeem zorgen om dierenwelzijnsdoelstellingen te behalen, is er onder campagnevoerders en parlementsleden de opvatting dat meer inspanningen nodig zijn. Een rapport van het Institute for European Environmental Policy (IEEP) identificeerde meer dan 100 regelingen binnen lidstaten die dierenwelzijn ondersteunen, maar veel van deze programma’s hebben vage eisen en leveren niet de gewenste verandering op. Toch blijft de positie dat, nu dierenwelzijn als een van zes prioriteiten op het milieugebied is vastgesteld, er hoop is dat de situatie zal veranderen.

Concrete maatregelen en het belang van aanvullende regelgeving

Met Metz die benadrukt dat lidstaten moeten zorgen dat deze steun gekoppeld wordt aan concrete maatregelen zoals toegang tot weidegrond, verrijkte huisvesting en het geleidelijke verbieden van kooien, wordt duidelijk dat financiёle prikkels alleen niet voldoende zullen zijn. Er is ook expliciete regelgeving nodig die specifiek gericht is op dierenwelzijn. Melanie Muro, directeur voor Natuur en Voedselsystemen bij het IEEP, wees erop dat EU-brede normen lidstaten zouden kunnen verplichten tot het aanbieden van programma’s die verder gaan dan de basiseisen. Volgens haar is het subsidiebudget een hulpmiddel, maar zonder duidelijke wetgeving met minimale doelstellingen en eisen verbetert het dierenwelzijn niet automatisch. Muro onderstreepte dat het beleid ook verbonden moet worden met het bredere debat over voedselproductie, en dat het verminderen van de proteinproductie een onderdeel kan zijn van zulk beleid.

Variabiliteit tussen lidstaten en de noodzaak voor consistente standaarden

Muro waarschuwde dat, tenzij er op EU-niveau ingrijpende veranderingen plaatsvinden, lidstaten uiteenlopende beleidsmatige richtingen kunnen inslaan afhankelijk van nationale prioriteiten en publieke druk. Volgens een Eurobarometer uit 2023 vindt 91% van de EU-burgers dat het beschermen van het welzijn van landbouwdieren belangrijk is. Axel Godfroy, een beleidsanalist bij het IEEP, benadrukte het belang van het koppelen van dierenwelzijn aan bredere doelstellingen, zoals concurrentievermogen van de veehouderijsector. Metz stelde dat het oplossen van deze vraag complex is, maar dat een combinatie van stimulansen en beveiligingen, onder meer door het invoeren van transparante etikettering die de impact op dierenwelzijn aangeeft, mogelijke oplossingen bieden.

Het importbeleid en de bestrijding van oneerlijke concurrentie

Mevrouw Metz benadrukte dat het belangrijk is dat geïmporteerde producten voldoen aan EU-waardige dierenwelzijnsnormen om EU-boeren te beschermen tegen oneerlijke concurrentie. Daarnaast waarschuwde ze dat het niet alleen om het handhaven van regelgeving bij de grens gaat; als de vraag niet wordt aangepakt, zullen ook meer producten geïmporteerd worden. Dit ontmoedigt de invoering van hogere dierenwelzijnsnormen in de productie zelf.

De rol van co-financiering en de zorgen van dierenwelzijnsorganisaties

De politieke adviseur van Eurogroup for Animals, Camilla Björkbom, gaf aan dat het voorstel voor het GLB positieve elementen bevat, zoals het expliciet maken van dierenwelzijn als prioriteit en het ondersteunen van extensieve en biologische landbouw. Echter, een belangrijk punt van zorg is dat de voorstellen vereisen dat lidstaten 30% van de financiering voor ecologische regelingen zelf bijdragen. Björkbom uitte de vrees dat, omdat dierwelzijnsmaatregelen tot nu toe 100% EU-subsidie kregen en relatief weinig ambitie tonen, het nationale aandeel de projecten verder kan afzwakken. Ze wees erop dat de ondersteuning meestal gericht is op kleinschalige aanpassingen en niet op fundamentele veranderingen.

Concrete doelstellingen en de positie van boeren

Met het oog op het voorkomen dat het beleid in de status quo blijft hangen, drong Metz aan op het vaststellen van meetbare doelen voor dierenwelzijn en het verschaffen van gerichte financiering. Deze zou helpen boeren zich aan te passen aan systemen met hogere welzijnsnormen, zoals het verbieden van mutilaties en het uitbouwen van verrijkte omgevingen. Volgens haar is het beheren van de verwachtingen over de verdere ontwikkelingen essentieel voor het succes van het beleid.

De oppositie van boerenlobby en de noodzaak voor duidelijkheid bij investeringen

De landbouwlobby, vertegenwoordigd door Copa-Cogeca, gaf aan dat de huidige voorstellen voor het GLB onacceptabel zijn. Maëlle Mabecque Germain, communicatiebeheerder bij deze organisatie, waarschuwde dat zonder verandering de cohesie van het beleid verloren gaat, dat het meer nationalisering ondergaat en de interne markt onder druk kan komen te staan. Muro onderstreepte dat, voordat investeringen plaatsvinden, boeren duidelijkheid moeten krijgen over welke veranderingen in markt en vraag te verwachten zijn. Ze benadrukte dat zonder zekerheid boeren terughoudend zullen blijven en weerstand kunnen ontwikkelen.