De noodzaak voor een geïntegreerde Europese energienetwerkstrategie
Het huidige elektriciteitsnetwerk in Europa bestaat uit een gefragmenteerd systeem van nationale netten, waarbij het tekort aan onderlinge verbindingen sterk zichtbaar is. Dit resulteert niet alleen in sporadische prijsstijgingen, maar ook in aanzienlijke verschillen in elektriciteitskosten tussen landen. Jaarlijks gaat er bovendien miljarden euro’s aan hernieuwbare energie verloren doordat het netwerk niet optimaal functioneert.
In vakkringen wordt de situatie soms aangeduid als het ‘Wow-systeem’, terwijl sommige experts verwijzen naar het als de ‘Noordster’ van de Unie. De Europese Commissie benoemt het project als het ‘centrale scenario’, hetgeen een grootschalige planning voor het willen realiseren van een continentbreed elektriciteitsnetwerk inhoudt. Dit plan is bedoeld om te visualiseren hoe een kosteneffectieve toekomst voor de elektriciteitsvoorziening eruit zou kunnen zien.
Wat Europa nodig heeft voor een efficiënter energienetwerk
Volgens Dan Jørgensen, de EU-commissaris voor Energie, moet de Europese Commissie een ‘centraal scenario’ ontwikkelen dat duidelijk aangeeft wat de energienetten van de toekomst vereisen, waar de infrastructuur moet komen en wanneer deze gerealiseerd moet worden. Voor 2050 worden de investeringen in het net geschat op ongeveer 1,2 biljoen euro.
De regio kampt met een structureel tekort aan onderlinge kabelverbindingen—de zogenaamde interconnectors—die essentieel zijn voor een efficiënte energiedistributie over de grens heen. Volgens recente prognoses zal de EU in 2030 ongeveer 41 GW aan capaciteit tekort komen om aan de vraag te voldoen. Tegelijkertijd liggen de elektriciteitstarieven in Europa twee tot drie keer hoger dan die in landen als de Verenigde Staten en China.
Het ontbreken van voldoende interconnectors beperkt de mogelijkheid om marktprijzen te stabiliseren en hernieuwbare energie op grote schaal te benutten, wat onder andere de concurrentiekracht van de Europese economie onder druk zet.
Centralisatie van de planning en de rol van Brussels
Brussel streeft ernaar om een herzien plan voor het Europese elektriciteitsnet op te stellen dat elke vier jaar wordt geactualiseerd. Dit ‘masterplan’ moet de plannen van de nationale transmissie-operatoren (TSO’s) sturen en integreren in één overzichtelijk geheel.
De Europese Commissie wil hiermee voor het eerst een ‘Noordster’ creëren voor Europa, een leidraad die zal bepalen waar en wanneer nieuwe infrastructuur moet worden aangelegd. Volgens het thinktank Agora Energiewende kan een dergelijke aanpak tegen 2050 tot 560 miljard euro aan kostenbesparingen opleveren.
Hoewel dit initiatief ambitieus is, botst het meteen op de verwachting dat nationale overheden en TSO’s hun traditionele bevoegdheden niet zonder slag of stoot zullen afstaan. Wat dat betreft erkent Jørgensen dat het een uitbreiding van EU-gezag inhoudt, wat tot weerstand kan leiden.
De uitdaging van bureaucratie en politieke inertie
Een EU-diplomaat merkte op dat het besluitvormingsproces op Europees niveau vooral wordt getekend door bureaucratische en politieke terughoudendheid. Er is veel weerstand vanuit de lidstaten en hun interesse in de nationale zeggenschap over de energienetwerken blijft groot.
Vooral energieprijzen, de veiligheid van de energievoorziening en de mondiale concurrentiekracht blijven belangrijke argumenten om mogelijk af te wijken van nationale belangen. Toch is het moeilijk te voorspellen hoe ver de Europese initiatieven zullen gaan in deze fase, omdat veel afhankelijk is van politieke omstandigheden en de bereidheid om op Europees niveau samen te werken.
Focus op strategische energietransport projecten
De EU richt zich daarnaast op acht kernprojecten die belangrijke cross-bordertaken vervullen, zoals kabelverbindingen over de Pyreneeën en gassamenwerkingen in Oost-Europa. Deze projecten krijgen politieke steun en worden als prioriteit aangewezen.
Het eerste project dat extra aandacht krijgt, is de verbinding met Frankrijk, dat volgens de EU-energiecommissaris aanvankelijk terughoudend was om netwerken aan te sluiten op de hernieuwbare energiebronnen van de Iberische Peninsula.
Procedurele versnelling en vergunningstrajecten
Voor energienetwerken binnen de EU wordt de procedure voor vergunningverlening versoepeld, aangezien de vergunningfase tegenwoordig meer dan tien jaar kan duren, waarvan meer dan de helft aan procedures wordt gespendeerd. De Commissie streeft ernaar dat deze situatie fundamenteel verandert, zodat de bouw en uitbreiding van het net sneller kan plaatsvinden.
Projecten die van ‘wezenlijk openbaar belang’ worden verklaard, krijgen daarbij prioriteit qua goedkeuringsproces, zodat hun realisatie wordt bespoedigd.









