Ik weet niet hoe het met jou zit, maar ik heb het gevoel dat opruimen soms een beetje zinloos is. Je ruimt alles netjes op — en een week later ligt het weer overal. Herkenbaar? Misschien is het niet zozeer jouw schuld, maar de manier waarop je opruimt. Op mijn werk en thuis zie ik het terugkomen; goed bedoelde opruimacties maar weinig blijvend resultaat.
Opruimen is niet het hele verhaal
Het probleem is vaak dat we opruimen zien als schoonmaken — alles wegruimen, schoonmaken, en dan klaar. Maar dat is eigenlijk alleen het symptoom aanpakken. De oorzaak van rommel is meestal een gebrek aan systeem, een plek voor alles. Zonder dat, komt alles weer terug.
Mijn buurman zei laatst dat hij z’n rommel áltijd opruimt — maar nooit ergens een vaste plek aan spullen geeft. Niet logisch eigenlijk, maar zo doen veel mensen het. Ze denken: “ik zet het hier even, morgen ruim ik het weer op,” maar morgen verandert niks.
Focus op routine en plekken
- Creëer vaste plekken voor spullen. Bijvoorbeeld, sleutels altijd in hetzelfde bakje bij de deur. Zo voorkom je dat ze eindigen in een sokkenla of onder de bank.
- Introduceer korte, dagelijkse opruimmomenten. 5 minuten per dag kan al een groot verschil maken. Geen grote schoonmaakmarathons die je halverwege haakt.
- Beperk het aantal spullen. Minder spullen = minder rommel. En ja, dat klinkt simpel maar staat vaak in de achtergrond van het probleem. Denk aan rommel op zolders of in de schuur.
Gebruik slimme tools
Een paar maanden geleden kocht ik een stickervel met labels voor in de keuken en kastjes. Het lijkt misschien overdreven, maar zodra iedereen in huis weet waar dingen horen, scheelt dat veel discussies en chaos.
Ook plannen met een simpele to-do app of herinneringen voor opruimmomenten kan helpen. Want wij mensen zijn niet zo goed in herinneren — zeker niet als er ook Netflix wacht.
Waarom opruimen vaak faalt
Als je opruimen vooral als straf of klusje ziet, dan blijft het lastig. Het werkt beter als je het koppelt aan een gewoonte of iets leuks. Mijn collega plant bijvoorbeeld altijd na het sporten een korte opruimsessie in. Ze zegt dat ze zich er beter door voelt — hoewel ze misschien gewoon toe is aan dat rustmoment, wie zal het zeggen?
Bovendien vergeten we snel dat rommel vaak ook een signaal is. Misschien ben je te druk, of komt er teveel tegelijk binnen. Dan verandert jouw kastje in een soort opvangplek. Probeer dat te herkennen en er iets aan te doen, want anders ga je blijven opruimen zonder resultaat.
In het kort
- Stop met opruimen als eenmalige actie
- Richt vaste plekken in voor spullen
- Maak er een dagelijkse of wekelijkse gewoonte van
- Beperk spullen waar mogelijk
- Gebruik fysieke en digitale hulpmiddelen
Dus, wil je echt van die rommel af? Dan moet je verder kijken dan het opruimen zelf. Soms is het gewoon een kwestie van anders aanpakken. Misschien is dat allemaal voor jou niet nieuw — maar wie weet helpt het toch die eindeloze chaos een beetje te beteugelen. En ja, ik ben er zelf ook nog niet helemaal uit, maar de afgelopen maanden helpt deze aanpak mij een stuk beter.
Heb jij nog een slimme opruimtip of juist een moment waarop je denkt: “zo faalt opruimen altijd bij mij”? Deel het vooral, ben benieuwd wat jullie ervaringen zijn!
