Hoe Midden-Europa strijdt om een plaats aan de AI-giga-fabrieks-tafel

De inzet van Midden-Europese landen voor een gezamenlijke AI-infrastructuur

De leiders in de regio Midden-Europa tonen steeds meer interesse in het ontwikkelen van een gezamenlijke strategie voor kunstmatige intelligentie (AI). Terwijl grote EU-landen zoals Duitsland en Frankrijk als voorname kandidaten worden beschouwd voor de financiering van de bouw van zogenaamde ‘giga-fabrieken’ voor AI-training, tonen kleinere landen in het oosten van de EU zich ook ondernemend. In plaats van afzonderlijke nationale projecten te steunen, kiezen zij voor een gezamenlijke aanpak om een regionaal AI-centrum te realiseren.

Tijdens een bijeenkomst van digitale ministers in Brussel op vrijdag lichtte de AI-vertegenwoordiger van Tsjechië, Jan Kavalírek, toe dat de Europese Commissie onverwacht grote belangstelling had getoond voor het indienen van voorstellen voor zulke gigafabrieken. Dit heeft in Tsjechië geleid tot een verandering in de strategie, weg van een nationaal initiatief en richting een regionale samenwerking met buurlanden.

Kavalírek verklaarde dat zijn regering zich realiseerde dat de strijd om een plaats op de lijst voor de gigafabriek vooral een kwestie van concurrentie zou worden: “We beseften dat het echt een zekere strijd zou zijn, wie er zou winnen.” De Tsjechische regering besloot daarom contact op te nemen met Polen, dat al werkte aan het concept van een ‘Baltic AI Giga-fabriek’, inclusief Estland, Letland en Litouwen, en vroeg om deelname.

De samenwerking tussen Polen en Tsjechië

Volgens Kavalírek hebben de delegaties uit Tsjechië en Polen eind november in Warschau bijeen gezeten. De gesprekken verliepen vlot en er werd consensus bereikt over het gezamenlijke traject. Het plan omvat nu een gezamenlijke project met twee verbonden locaties: één in Praag en een andere in Polen. Het Poolse Ministerie van Digitale Zaken liet aan Euractiv weten nog te kiezen uit vijf mogelijke locaties, in onder andere Poznan, Wrocław, Warschau en nabij Krakau.

Hoewel de vijf landen uit Midden- en Oost-Europa al samenwerken, staat de deur open voor andere landen in de regio om zich bij het initiatief aan te sluiten. Na de recente Raadvergadering en gerelateerde ministeriële discussies uitte Kavalírek de belangstelling van andere landen in de regio om mee te doen aan de biedingsprocedure.

Hij benadrukte dat het uiteindelijke doel is om een zo breed mogelijk consortium te vormen in Midden-Europa, dat de Europese Commissie kan laten zien dat deze regio zich actief inzet voor AI-ontwikkeling. Het streven is om een gezamenlijke voorstellen te presenteren die de regio sterker positioneren bij de selectie voor een gigafabriek.

Uitdagingen en voortgang van het project

Desalniettemin staat het project voor diverse obstakels. Allereerst is het nog onzeker of Tsjechië zelf het initiatief met hetzelfde enthousiasme zal blijven ondersteunen, vooral nu de regering onder leiding van populist Andrej Babiš sinds oktober, na een nationale verkiezing, haar beleidsprioriteiten mogelijk zal wijzigen.

Ook heeft de Europese Commissie vorige week aangekondigd dat de volgende fase van de bouw van de gigafabrieken wordt uitgesteld tot het voorjaar van 2026. Deze beslissing betekent dat de projecten langer zullen duren, vooral omdat de benodigde AI-specifieke chips schaars blijven. De grote Amerikaanse leverancier Nvidia heeft aangekondigd dat een nieuwe lijn van chips pas in 2027 op de markt komt. Kavalírek stelt dat het wellicht verstandiger is om nog een jaar te wachten met de bouw, zodat de nieuwste AI-technologie kan worden benut.

Ondanks dat, is er al begonnen met werkzaamheden op de locatie in Praag. Beide landen benadrukken dat ze zich voorbereiden op het indienen van gezamenlijke voorstellen, ongeacht wanneer de oproep wordt geopend.

De rol van de private sector en toekomstperspectieven

Zelfs indien de plannen van de Europese Commissie niet doorgaan, denkt Kavalírek dat particuliere investeerders bereid zijn om zelfstandige projecten te starten, zij het op een kleinere schaal. Een belangrijke vraag hierbij is of er binnen Europa voldoende AI-bedrijven actief zijn, zodat de grote AI-trainingsfaciliteiten daadwerkelijk gebruikt kunnen worden en de investering gerechtvaardigd is.

De meeste industriebedrijven, startups en universiteiten hebben aangegeven interesse te hebben in dergelijke initiatieven. Kavalírek is ervan overtuigd dat het niet bouwen van de faciliteiten nu, op de lange termijn complicaties kan opleveren. “Als wij het nu niet doen, dan zal over vijf jaar blijken dat het niet verstandig was om het niet te organiseren,” aldus de vertegenwoordiger.