Europa’s autosector onder druk: wie is verantwoordelijk voor de crisis?

Politieke opvattingen over de oorzaken van de problemen in de autosector

Peter Liese, volksvertegenwoordiger namens de Europese Volkspartij (EVP), uitte onlangs zijn mening over de situatie van de Europese automobielindustrie. Hij stelde dat de hoofdoorzaak van de problemen niet ligt bij regelgeving of de transitietransitie naar elektrisch rijden, maar vooral bij fabrikanten en nationale overheden. Volgens hem zijn ze verantwoordelijk voor ongeveer 80 procent van de moeilijkheden, terwijl Europese standards omtrent CO2-uitstoot slechts 10 tot 11 procent hiervan uitmaken.

De impact van milieuregels en de toekomstige autowetgeving

De Europese Unie scherpt haar emissielimieten geleidelijk aan om in 2035 een neerwaartse limiet te bereiken, wat feitelijk neerkomt op een verbod op de verkoop van nieuwe verbrandingsmotoren. Dit betekent dat nieuwe benzine- en dieselvoertuigen vanaf dat jaar niet meer mogen worden toegelaten. Desondanks benadrukt Liese dat de invloed van dit beleid op de sector uitgebreider is overdreven en dat het niet de enige factor is die de crise veroorzaakt.

Hij stelt dat de discussie vaak het tegenovergestelde beweert, namelijk dat de problemen door de regelgeving veroorzaakt worden, maar dat dit niet klopt. Liese, die tevens de coördinator is voor milieuzaken binnen de EVP in het Europees Parlement, onderbouwt zijn standpunt dat de regelgeving slechts een deel van de problemen vormt.

Politieke dynamiek en verschuivingen binnen de EVP

Hoewel Liese bekendstaat om zijn kritisch standpunt, is het opmerkelijk dat zijn politieke groep, de EVP, zich ook heeft gekeerd tegen de strengere regels voor auto-industrie. Ze beweren dat strikte EU-regelgeving, die gericht zou zijn op een snelle overgang van fossiele brandstoffen naar elektrische energie, de sector onder druk zet en in crisis heeft gebracht.

In Brussel en ook in Duitsland zette de EVP zich in voor het terugdraaien van de vermeende wetgeving die de verbrandingsmotor verbiedt. Voor de partij was het herzien van dit beleid een belangrijk verkiezingsbelofte op zowel EU- als nationaal niveau.

De rol van de Duitse politiek en strategische keuzes

Friedrich Merz, lid van de Christen-Democraten en recentelijk in de positie als bondskanselier gekomen, wist zijn coalitiepartners, de Sociaal-Democraten, ervan te overtuigen dat het terugdraaien van het verbod op verbrandingsmotoren een beleidsspeerpunt moet worden van de Duitse regering. Liese ondersteunt de strijd tegen het verbod en vindt dat politici enkel de voertuigen klimaatneutraal zouden moeten maken. De verantwoordelijkheid voor technologische oplossingen ligt bij ingenieurs en fabrikanten.

Internationale en economische factoren die de sector beïnvloeden

Liese wijst op de strategische fouten die door Duitse politiek en industrie worden gemaakt, waaronder het abrupt stopzetten van incentives voor elektrische voertuigen en het Dieselgate-schandaal uit 2015, dat nog steeds de sector beïnvloedt. Ook benadrukt hij dat goedkope en kleine elektrische auto’s ontbreken op de Europese markt, wat volgens hem het gevolg is van bewuste beleidskeuzes door grote autofabrikanten zoals Volkswagen.

De positie van de EVP ten aanzien van Europese inkoopregels en groene staal

Liese stelt dat de EVP een voorstander is van initiatieven die de invoering van ‘eigen Europa kopen’-regels ondersteunen, indien deze nog niet zijn vastgesteld. Daarnaast pleit hij voor het stimuleren van de inzet van groen staal binnen de Europese autosector, wat volgens hem moet worden erkend en positief wordt gewaardeerd wanneer autofabrikanten groene materialen gebruiken in hun productieprocessen.