Ontbreken van overeenstemming en de nasleep
De onderhandelingen over het herzien van de internationale regels voor zaaddeling zijn deze week in Lima, Peru, abrupt geëindigd zonder dat er een overeenkomst werd bereikt. Hierdoor wordt een hervorming die al meer dan tien jaar wordt nagestreefd, verder uitgesteld. De sessie sloot zaterdagavond af tijdens de elfde vergadering van de bestuurscommissie van het Internationaal Verdrag inzake Plantgenetische Bronnen voor Voedsel en Landbouw, ook wel het plantentreaty genoemd.
De kern van de discussie: het herzien van het meergeldige systeem
De belangrijkste kwestie tijdens de sessie was het vernieuwen van het multinationale systeem van het verdrag. Dit systeem biedt een gezamenlijke faciliteit die toegang geeft tot zaadmonsters van 64 belangrijke voedselgewassen, opgeslagen in openbare genetische banken. Echter, het systeem voor gedeelde voordelen, dat bedoeld is om opbrengsten terug te laten vloeien naar de landen die zaden bewaren en delen, heeft gefaald. Tot op heden stroomt er vrijwel geen geld terug naar deze landen, wat de discussie over mogelijke oplossingen aanwakkert.
Het mislukken van de laatste poging tot compromis
Een laatste moment voorstel van de Zwitserse vertegenwoordiger Alwin Kopse, die voorzitter is van de toezichthoudende commissie, werd tijdens de plenaire zitting verworpen. Vooral ontwikkelingslanden in Afrika, Latijns-Amerika, het Caribisch gebied en Azië waren kritisch, omdat deze regio’s het grootste deel van de wereldbiodiversiteit herbergen. Kopse’s voorstel zou uitstellen wanneer een besluit over de vergoedingsregels wordt genomen tot de volgende vergadering in 2027 in Rome. Deze vertraging leidde tot stevige verzet vanuit de ontwikkelingslanden.
Het voorstel probeerde ook de lijst van gecoverde gewassen uit te breiden boven de huidige 64 soorten, met steun van de EU en landen uit het noordelijk halfrond. Aanpassingen aan de lijst zouden eveneens in 2027 bevestigd moeten worden.
Konflikt tussen ontwikkelings- en ontwikkelde landen
De ontwikkelingslanden verwierpen het voorstel van Kopse resoluut, onder verwijzing naar een gebrek aan tijd om de implicaties ervan te evalueren. Zij stelden dat belangrijke beleidskwesties nog niet waren opgelost en dat de beslotenheid van de onderhandelingstafel de transparantie in gevaar bracht. Organisaties zoals de Internationale Planning Commissie (IPC) voor Voedselsoevereiniteit bekritiseerden de uitholling van de publieke deelname. Zij meldden dat de IPC, evenals andere waarnemers, na de eerste twee dagen van de onderhandelingen niet meer werd geïnformeerd en buitengesloten was van het proces.
Volgens de groep was de snelle voortgang van het proces ook problematisch omdat documenten slechts in het Engels beschikbaar waren, waardoor sommige deelnemers geconfronteerd werden met het bespreken van zeer gevoelig materiaal zonder voldoende voorbereiding. Daarnaast waarschuwden zij dat het nieuwste voorstel een ‘juridisch instrument voor biopiraterij’ zou kunnen worden. Ze wezen erop dat het digitale DNA van zaden dat online wordt opgeslagen, door de zadenindustrie gebruikt zou kunnen worden om intellectuele eigendomsrechten te verkrijgen, wat in strijd is met het verbod van het verdrag op privatisering van biomateriaal.








