Europees F-35-achtig gevechtsvliegtuig onder druk: de toekomst van Duitse productie op het spel

De strijd om leiderschap in het Next-Generation Fighter Programma

De vooruitgang in het gezamenlijke initiatief voor het Future Air Combat System (FCAS) heeft stilgestaan door een conflict tussen Franse en Duitse luchtvaartbedrijven. Both toonaangevende aannemers, Duitsland’s Airbus Defence en Frankrijk’s Dassault, hebben publiekelijk hun meningsverschillen uitgesproken over de gewenste taken binnen het project.

Volgens een intern rapport dat door het defensieblad Hartpunt werd ingezien, vreest de Duitse federatie van luchtvaartindustrie (BDLI) dat het Duitse productieproces van gevechtsvliegtuigen zal stoppen als de Franse partners de volledige leiding in het ontwikkelingsproces van het vliegtuiggedeelte van het luchtgevechtssysteem opeisen.

De rolverdeling en de spanningen tussen Frankrijk en Duitsland

Dassault Aviation, de hoofdaannemer namens Frankrijk in het €100 miljard kostende project, heeft duidelijk gemaakt dat het een dominante rol wil spelen in de ontwikkeling van het zesde generatie gevechtsvliegtuig. Daarbij heeft het zelfs aangegeven dat het liever zelfstandig verdergaat dan samen te werken met Duitsland’s Airbus Defence.

In de oorspronkelijke overeenkomst tussen Parijs, Berlijn en Madrid, die allemaal deelnemen aan FCAS, was al vastgelegd dat Dassault zich zou richten op de ontwikkeling van het vliegtuig zelf, terwijl Airbus zou leiden in de drone- en AI-Cloud aspecten van het zogenoemde ‘systeem van systemen’ voor de nieuwe generatie gevechtsvliegtuigen.

Conflicten over beslissingsbevoegdheid en consequenties voor de industrie

De Duitse zijde verzet zich tegen Dassault’s eis om de enige beslissingsbevoegdheid te krijgen over het ontwikkelingsproces, inclusief de selectie van leveranciers. Zo’n verschuiving in de rol zou de Duitse industrie afhankelijk maken van de Franse beslissingen op het gebied van ontwikkeling, productie, logistiek en toekomstige optimalisatie.

De belangenbotsing leidt momenteel tot vertragingen. Volgens de Franse fabrikant kostte de onbuigzame houding van Dassault al ruim een jaar aan vertraging.

Ondanks de spanningen uiten de CEO’s van beide firma’s regelmatig kritiek op het trage voortgang van het programma. Spanje’s Indra is vooralsnog de enige partij die zich niet met de publieke ruzies bemoeid.

De toekomst van het project en de beslissingsmomenten

Volgens Pistorius, die begin november sprak, moeten de betrokken landen in de komende weken beslissen over de verdere koers. Hij benadrukte dat er een beslissing moet worden genomen, ongeacht de uitkomst, voordat het jaar afloopt. De onzekerheid over het verdere verloop van het project onderstreept de kritieke fase waarin de Europese luchtvaartindustrie zich bevindt, met grote belangen voor zowel Duitsland als Frankrijk.