Nederlandse Afvaardiging voor Mest en Exportavontuur: Een Strategie voor de Europese Markt

De rol van de Nederlandse mestafvaardiging en de regionale context

De Nederlandse regering heeft, gezien de overvloed aan dierlijke afvalstoffen die binnen de landsgrenzen accumuleren, een speciale afvaardiging gestuurd om exportmogelijkheden te stimuleren in Frankrijk, Duitsland en Polen. Deze stap volgt op de erkenning dat Nederland, met bijna 10 miljoen varkens en 3,65 miljoen runderen, een van de dichtstbevolkte veestallen binnen de Europese Unie bezit. Dergelijke concentraties brengen aanzienlijke milieuproblemen met zich mee, vooral door de runoff van mest die nitraten en fosfaten in waterlichamen brengt, wat de waterkwaliteit verslechtert en onder EU-normen zakt.

De strategie van exporteren als milieuzachte aanpak

Door mest uit te voeren naar buurlanden wil Nederland haar mestberg verminderen. Volgens Raymond Knops, voormalig lid van het derde kabinet Rutte en nu betrokken bij het promoten van de export van mest, is de ligging nabij grote landbouwlanden zoals Frankrijk en Duitsland een bijkomend voordeel. Deze landen hebben grote behoefte aan organische meststoffen, waardoor Nederland een natuurlijke positie heeft op de markt. Knops stelt dat er momenteel geen significante concurrentie is en dat de export vooral wordt gestimuleerd door de surplus aan organische mest in Nederland.

De recente ontwikkelingen en de gewijzigde marktpositie

In het eerste halfjaar van 2025 zijn de Nederlandse mestexporten met 27% gestegen ten opzichte van hetzelfde periode vorig jaar, van circa 1,5 miljoen ton naar bijna 1,9 miljoen ton. Het grootste deel hiervan ging naar Duitsland, België en Frankrijk. Knops begon zijn Europese tour in juli in Frankrijk en zoekt naar nieuwe overeenkomsten met Franse mesthandelaars. De groeiende aantrekkingskracht van dierlijke mest wordt mede toegeschreven aan de afhankelijkheid van Rusland voor kunstmest. Europa probeert hier minder afhankelijk van te worden, vooral in het licht van de gestegen prijzen door de oorlogssituatie.

Milieubeleid en politieke dynamiek in de EU

In Europa is er sinds september een beleidswijziging geweest waarbij de Europese Commissie de regels rondom verwerkte mest, onder de naam “RENURE”, heeft versoepeld om boeren te ondersteunen bij het vervangen van synthetische meststoffen. Tegelijkertijd pleiten verschillende EU-landen voor het verlengen van importtarieven op Russische meststoffen. In Nederland wordt de politieke context gekenmerkt door de recente verkiezingen, waarbij onder meer de boerenpartij BBB mogelijk naar de oppositie verhuist, maar de regering blijft inzetten op exportmissies, ondanks de controverse rond veestallen en het sluiten van boerenbedrijven.

Uitdagingen in de logistiek en planvorming voor de mestexport

Het transport van mest, vooral van runderen en varkens, vormt een praktische uitdaging, omdat deze typen mest complexer te vervoeren en te verwerken zijn dan zachtere meststof van pluimvee. Knops beklemtoont dat het reduceren van veestapel ter voorkoming van vervuiling niet zonder sociaal-politieke spanningen kan, vooral omdat de oppositionele houding van boeren dit beleidsvoorstel bemoeilijkt. Sommige politieke partijen, waaronder D66 en CDA, houden hun opties open voor het sluiten van boerenbedrijven, ondanks de controverse hierover.

De toekomst en de risico’s van het mestbeleid binnen de EU

In de komende jaren zal Nederland mogelijk geconfronteerd worden met het verlies van vrijstellingen onder de EU-richtlijnen voor waterkwaliteit, zoals die voor nitraten. Nederland profiteerde tot nu toe van deze uitzonderingen, die het mogelijk maakten om meer mest uit te rijden dan onder de standaardregels is toegestaan. De beëindiging van deze vrijstellingen in 2026 brengt risico’s met zich mee, waarvan Nederland hoopt dat de EU deze zal verlengen. De situatie wordt kritisch geacht, vooral omdat de Europese Commissie met een nieuwe derogatie voor Ierland overweg wil, en signalen wijzen op een potentieel conflict tussen nationale belangen en EU-regelgeving.

Juridische en milieuredenen voor beleidsverandering

Recent heeft een Nederlandse burgerrechter de claims van Greenpeace in het gelijk gesteld, en bevestigt dat de Nederlandse overheid onvoldoende doet om de nitrogenemilieu-doelstellingen te halen. Deze juridische uitspraken onderstrepen de complexiteit van het combineren van milieudoelstellingen met economische en sociale belangen binnen de EU en Nederland.