De rol van de nationale regeringen in terugkeersystemen
Magnus Brunner, commissaris voor migratie binnen de Europese Unie, benadrukt dat de onderhandelingen over de controversele ’terugkeerknooppunten’ in derde landen uitsluitend door de lidstaten zelf moeten worden gevoerd. Dit initiatief, onderdeel van zijn nieuwe terugkeerpakket, wordt niet door de Europese Commissie geleid. Tijdens een interview met Euractiv op de opening van de plenaire vergadering in Straatsburg verklaarde Brunner dat de taak van de Commissie is om ruimte te scheppen voor innovatieve oplossingen, maar niet om overeenkomsten met niet-EU-landen te sluiten over faciliteiten voor afgewezen asielzoekers.
Volgens hem is het aan de lidstaten zelf om te beslissen of ze dergelijke knooppunten willen opzetten, en de Commissie staat klaar om hen daarbij te ondersteunen. De Europese Commissie wil zich vooral richten op de externe dimensie van migratie, zoals het versterken van haar betrokkenheid bij onderhandelingen met derde landen via gebieden als handel, investeringen en visumbeleid.
De herziening van het migratie- en asielsysteem van de EU
De EU ondergaat op dit moment een ingrijpende herziening van haar migratie- en asielbeleid, waarbij Brunner in zijn eerste 100 dagen in functie strengere terugkeeregels voorstelt. Deze beleidsverschuiving heeft kritiek uit rechtenkringen opgeroepen, die vrezen dat het aanpak van Brunner de beschermingen voor migranten zou kunnen afzwakken. Desondanks geeft de commissie aan dat de meeste lidstaten een strengere aanpak ondersteunen.
Brunner verdedigt ook de snelheid van het wetgevingsproces, nadat het Europees Parlement recentelijk haar eerste rapport over terugkeermaatregelen heeft gepresenteerd. Hij onderstreept dat hij alles doet om de procedures te versnellen, aangezien de huidige implementatie dringend is.
Daarnaast: toekomst van Frontex en versterking van grensbeheer
In het komende jaar wordt de herbeoordeling van het mandaat van Frontex, de grensbewakingsorganisatie van de EU, verwacht. De voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, kondigde aan dat het vaste team van Frontex naar 30.000 medewerkers moet groeien. Brunner geeft aan dat deze versterking noodzakelijk is om te kunnen reageren op nieuwe bedreigingen, zoals drone-activiteit, zonder dat Frontex wordt omgevormd tot een defensieorganisatie.
Het gebruik van geweld door het personeel van Frontex tijdens operaties wordt hierbij besproken, waarbij de nadruk ligt op surveillance en bescherming zonder militaire inzet. De organisatie heeft recentelijk haar hiërarchie aangepast naar een militaire structuur geïnspireerd door NATO, maar Brunner benadrukt dat Frontex geen Europees leger wordt.
De externe dimensie van samenwerking, onder andere met derde landen, wordt volgens Brunner eveneens belangrijker, vooral wanneer het gaat om de ondersteuning bij terugkeer en het aanpakken van nieuwe threats zoals drone-gebruik. Voor investeringen in drone-technologie is momenteel 150 miljoen euro beschikbaar, met verdere discussies over aanvullende financiering van 250 miljoen euro.
Vooruitzichten op beleidsontwikkeling en integratie
Brunner wijst erop dat de Commissie zich richt op het vereenvoudigen van policyprocessen in alle domeinen, zonder dat dit leidt tot een omnibuswet voor migratie. De ambitie is gericht op het verbeteren van procedures, vooral voor lidstaten, en het vermijden van uitgebreide wetsteksten die alle aspecten omvatten. De Commissie houdt vast aan de grenzen van haar portfolio, ondanks de aandrang tot verdere integratie van migratie-gerelateerde wetten en regels.









